39166GK82 Ik Werd Pas Wakker Uit Mijn Nachtmerries
Q&@
BIJ KLAARLICHTE DAG
TOEN WE WEER VLAKBIJ SELSACH WAREN, OMDAT YEDIED ZEI:
"Laten we eerst naar het graf van Rachel gaan, onze Moeder!" Ik draaide me òm,
zag mijn vriend daar staan met een smekende, hoopvolle blik in zijn ogen & ik barstte in tranen uit.
"KOM IN MIJN ARMEN MIJN LIEFSTE VRIEND," zei ik. "WAT HEB IK JE AANGEDAAN?"
Abiaddana en ik keken elkaar aan omdat we allebei gezíen hadden dat de gemoedsstemming
van Sja'oel plotseling veranderde. De tranen stonden in zijn ogen & hij zag er verward uit!
'Rachel, onze moeder,' fluisterde hij met trillende lippen. Hij keek onder de tafel en zéi: "YEDIED, WÀT DÓE JIJ DAAR? KOM TEVOORSCHIJN JONGEN!" Yedied kwam onder deed tafel vandaan. Sja'oel stond òp & omhelsde hem. "WE ZIJN BROERS," snikte hij, "WANT WE HEBBEN DEZELFDE MOEDER! VERGÉÉF ME?"
Ik kon zíen dat hij 't méénde. Hij liet Yedied los, wendde zich tot ons & zei:
'Neem me niet kwalijk, ik KÀN niet meer!'
Hij strompelde als 'n oude man de kamer uit & liet ons verweesd achter.
Yedied keek ons verlegen aan. Ik wees naar de stoel waar Sja'oel gezeten had en hij nam enigszins schichtig plaats.
"WAAR BEN U BANG VOOR?" vroeg Abiaddana.
Yedied keek naar de deur. "HIJ KÀN ÈLK MOMENT TERUGKOMEN," zei hij. '
Hij heeft Ú toch vergéven?'
Yedied giechelde zenuwachtig. "VOOR ZOLANG ALS HET DUURT."
We bevonden ons i/d vreemde situatie
dat we zowel door de heer des huizes als door diens zoon waren verlaten en we niet wisten of we moesten weggaan of blijven?!
De stilte was
ongemakkelijk...
?
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende