ER
OOK NIKS AAN DOEN,´
gromde hij! ´Wie wìl er pot-
verdorie nou nog kóning wòrden?
Ik hoopte nog wel dat het Lòt íemand ànders zou
gaan aanwijzen, maar nee hoor!
Ìk wàs hèt of ik wìlde
of niet?!´
ER WAS
OPNIEUW GESTOMMEL
IN DE GANG, DIT KEER VAN MEERDERE VOETEN!
DE DEUR ZWAAIDE OPEN EN KÌS STORMDE NAAR BINNEN, GEVOLGD DOOR ´N PAAR
WOEST UITZIENDE EN KLETSNAT
BEZWETE MANNEN!
¨SJA´OEL!¨ RIEP KÌS.
¨NOU MOET JIJ ER TOCH ECHT EENS IETS,
WAT DAN OOK, AAN GAAN DÓEN MAN! JE KUNT NU EENMAAL
NIET KÓNING ZIJN ÈN RUSTIG ACHTER DE KOEIEN AAN BLIJVEN HOBBELEN?!!
LÚISTER WÀT DÉZE MÀNNEN
TE ZÈGGEN HEBBEN!¨
ÉÉN VAN DE
ZWAARBEZWETE MANNEN
NAM HET WOORD!