39683243 'Ik bezweer u bij de levende God,' begint
Q
DE
HOGEPRIESTER WÓEDEND,
"ZÈG ÒNS ÒF Ú DE MASJIACH
BÈNT, DE ZOON VAN GOD!?"
Stilte.
Buiten beginnen de vogels zich te roeren.
Er zijn stemmen te horen buiten de geïmproviseerde
rechtszaal, waar Qayfu gewoonlijk mensen ontvangt en Te{m}pel-
aangelegenheden noest behandelt? Binnen wordt er geen woord gezegd
terwijl iedereen gespannen afwacht: zàl Yehosjoea dan eindelijk
z´n mònd ópendoen?
En Yesjoea geeft inderdaad antwoord.
´Àls ìk het u zèg, gelooft ú míj tòch níet!
En àls ìk een vraag stèl, àntwoordt ú tòch niet?
Maar vanaf nú zàl de Mensenzoon gezeten zijn
aan de rechterhand van
dé Àlmàchtige!´
¨Ú BÈNT DÙS
DE ZOON VAN GOD?¨
dringen de priesters aan.
´Ú zègt dat ik ´t ben.´
Hij kijkt Qayfu rècht áán:
¨Ú ZÙLT DE MENSENZOON
AAN DE RECHTERHAND VAN DE ALMACHTIGE ZIEN ZITTEN
ÈN HÈM ZÍEN KÓMEN ÒP DE WÒLKEN
VAN DE HÉMEL!¨
[Een combinatie van DANI´ÉL 7:13 & Psalm 110:1.]
Nú grijpt Qayfu
de voorzijde van zijn tuniek met zijn vuisten vast
en scheurt die dure stof van z´n borst. Onder normale omstandigheden is het
hogepriesters verboden om ´n dergelijke woede te etaleren, maar dit
zíjn géén nòrmále omstandigheden meer.
Yesjoe
verkòndigt híer níets méér
òf mìnder dàn dàt Qayfu ´n vijand is
van G d!
¨WÁÁRVÓÓR HEBBEN WE NÚ
EIGENLIJK NOG GETÚIGEN NÓDIG?¨
vraagt die hogepriester aan ´t Sanhedrin.
¨Ú HÈBT DE GODSLASTERING GEHÓÓRD:
WÀT ÌS ÚW ÓÓRDEEL?¨
De religieuze wetten schrijven voor
dàt èlk lìd vàn ´t Sanhedrin z´n stem móet uitbrengen
wanneer er ´n veróórdeling úitgesproken wordt!
Híer ìs èchter géén spráke vàn stèmming,
maar van ´n veroordeling op basis
van eenvoudige consensus?
De énige èchte àfwijkende geluiden
komen van Nikadmon & ´n rijke sadduceeër/tsadokiet,
Yoseef van Arimatea?!
En de zòn kòmt òp.
YESJ ìs tèr dóód veroordeeld wegens godslastering!?
Dé volgende
eenvoudige, of wellicht moeilijke stàp
is Pontius Pilatus óverhalen òm
zíjn Roméinse béulen dit
vonnis vakkundig te
laten uitvoeren
......
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende