39752md s l f w j m & d l 19 de eenzame mens: er ~
QQleq
SCHUILT
DUS ´N VREEMDE PARADOX IN ´T EENZAAM & ALLEEN ZIJN, WAT
ook in ´t Nederlands al naar voren komt:
één-záám maar ook àll-één?!
In beide woorden zit ´t begrip één? In ´t alleen zijn, ´t eenzaam zijn,
bevinden we ons dìcht bij dé Één!
Maar díe Één ís tòch júist àlòmvàttend & bevàt zódóende immers àlles àlrééds!?
Dáár kòmt àlles sámen.
En al onze woorden in het Nederlands drukken óók dàt úit: één-záám èn àll-één.
Weinreb vertelt hierover ´n anekdote in zijn biografisch werk Ontmoetingen.
Op weg naar Warschau maakte hij eens een tussenstop in een klein Pools dorp.
Tijdens een gesprek met de rebbe van het dorp vroeg Fryderyk aan hem:
´Bent u hier niet erg
eenzaam?´
De
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende