41000 DBV I 74 G D voorziet daarbinnen alles:~~~~
QQleQ
NA DE DOORTOCHT DOOR DE RODE RIETZEE LEIDDEN MOSJEH EN AHARON DE ISRAëlieten {Hebreeën/´Joden´ e.d.} de Woestijn van Sur ìn:
Raämses, Sukkot, Mara, Refidim, Sinaï, Ettsion-Gever, Radesj, Beërsjeva, Midyan, Moav, Kanaän?
Men is ´t niet eens over de exacte locatie van sommige plaatsen van meer dan drie millennia geleden: wel is bekend dat MO & de Israëlieten ´door´ de Rietzee trokken {ergens waar nu ´t Suezkanaal ligt} voordat ze door woestijnen en over bergen trokken op weg naar ´t beloofde land van Kanaän:
drie dagen trokken ze onder die verzengende zon rond en tegen de tijd dat ze de bittere Bron in Mara bereikten, waren ze al totaal uitgedroogd; rennen op ´t water àf, maar ´t was vies & ondrinkbaar!
Ze keken naar Mosjeh: ¨WÀT MOETEN WE DRÌNKEN?¨~ VROEGEN ZE HEM!
De Heer ´G d´ liet Mosj ´n speciale bóóm zien. Hij trok er ´n stuk hout àf & gooide ´t ìn die bron!
Meteen werd dat water zoet & zuiver? De Israëlieten probeerden ´t nòg ´n keer & dronken er ditmaal
met plezier van tot hun dorst was gelest~~ Verkwikt vervolgden ze hun Wèg naar ELIM, ´n plaats met
12 waterbronnen & 70 dadelpalmen. Daar sliepen ze die nacht onder ´n heldere sterrenhemel.
Toen leidden Mosj en Aron hen door de dorre èn stenige wildernis.
´t Landschap verschilde enorm v/d groene vallei van de NIJLRIVIER en haar kolossale Delta,
die ze ontvlucht waren vanwege slavernij etceterara~
Hoewel hun leven als slaaf soms vreselijk zwaar was geweest gedurende vier eeuwen van ballingschap, was er meestal wèl ruim voldoende te eten en te drinken geweest! Híer hadden ze niets meer te te eten & hun voorraden waren nu al bijna òp?
¨HÀD G D DE HÉÉR ÒNS ÓÓK MAAR LATEN STERVEN IN HET LAND VAN AEGYPTE!¨
zo mopperden ze alsmaar vaker & luider tegen MO! ¨DÁÁR HÀDDEN WE VÒLÒP BROOD TE ETEN! NU HEBT Ú ÒNS NAAR DE WOESTIJN GEBRACHT OM ONS VAN DORST & HONGER TE LATEN ÒMKOMEN!¨
En opnieuw sprak de Héér tegen Mosjeh & Aharon & zei:
´Ìk zàl vóór jùllie bróód úit de hemel laten regenen! De mensen moeten er èlke dàg òp úit gáán
òm ´t te verzamelen~ ´s Avonds zullen ze vleesch eten & ´s ochtends zullen ze zoveel brood hebben als ze maar wìllen!´
Mosj & Aron herhaalden ´G ds Wóórden´:
¨VANAVOND NOG ZULT U INZIEN DAT DE HEER ZÈLF U ÚIT UT LAND VAN AEGYPTE GÉÉFT GELEID, & MÒRGEN, IN DE OCHTEND, ZULT Ú DIE MAJESTEIT VAN DE HÉÉR ZÍEN!
Hij heeft gehoord hóe ú zich allemaal telkens weer beklaagt?
Dàt is tegen hèm gericht, want wíe zijn wíj
dat ú zich bij òns beklagen zou?¨
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende