41201 KB22 De vraag, òf Yèsjoe eigenlijk wel heeft
QQleQ
BESTÁÁN, MOET VOLGENS
DE MAATSTAF VAN HISTORISCHE WAARSCHIJNLIJKHEID
BEOORDEELD WORDEN?
YE[HO]SJOEA HEEFT
OM DE VOLGENDE REDENEN
MET AAN ZEKERHEID GRENZENDE WAARSCHIJNLIJKHEID GELÉÉFD:
er bestaan over hem vier [bijna?] volledig bewaard overgebleven biografieën [euangelies/evangeliën]
èn een reeks van biografische fragmenten [onder de nieuw-testamentische apocriefe boeken,
dwz. geschriften v/d eerste christenen,
die niet i/h N[O]T staan]!
Dit aantal
wordt door geen enkele andere persoon uit de klassieke oudheid gehaald?
Verder refereren er buiten de euangelies òm 10 andere theologische schrijvers aan YÈSJ,
de meesten onafhankelijk vàn èlk ànder? Daarom is ´t voor de historicus
haast niet meer vóór te stèllen dat Yesj
niet geleefd zou hebben....
Behalve door zijn aanhangers,
de vroege christenen, wordt Yesj echter ook door buitenstaanders al genoemd:
de Romeinse historicus Suetonius bericht rond 120 AC over keizer Claudius in de aan hem
gewijde biografie: ´De Joden verdreef hij uit Rome, omdat ze - door Chrestus opgehitst - voortdurend onrust stichtten!´ Men neemt aan dat dit edict in 49 AC uitgevaardigd werd? Dat komt overeen met het gegeven dat in Handelingen 18, vers 2 over Priscilla & Aquila wordt verteld, dat zij kort geleden úit Italië naar Korinthe waren gekomen, ´omdat Claudius bevolen had, dat àlle Joden Rome verlaten zouden.´
Er bestonden dus christenen die door dit edict getroffen werden. En de genoemde Chrestus
betekend vertaald ´de vriendelijke´. Dit is waarschijnlijk ´n gewijzigde
weergave van ´Christus´?
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende