41267 KB ´69 Bij Mat staat ´t er weer heel ànders
QQleQ
{Mt. 13:58}
¨EN HIJ DEED DAAR NIET
VELE KRACHTEN WEGENS HUN ONGELOOF?¨ Het niet-kunnen noemt Mattai niet,
hij beschrijft ´t achterwege laten v/h verrichten van wonderen veeleer als straf: []
´wegens hun ongeloof´.
Bòndig en meer
in de betekenis van ´t niet/kunnen staat er in ´t Thomas-euangelie, spreuk 31:
´´n Arts verricht geen genezingen bij degenen die hem kennen!´ ´t Is opvallend dat Marcos [6:5] iets terugneemt van zijn woorden over ´t onvermogen van Yesj:
´Alleen door handoplegging genas hij nog wel
enige zieken´!
In al deze woorden
ligt dus een ervaring besloten dat ´n profeet ìn z´n thuisstad niet geliefd is,
hier toegespitst op z´n succes als genezer: blijkbaar hangt dat alles nu met elkaar samen:
de genezingen die iemand verrichten kan,
èn zijn áánzien.
´n Merkwaardig feit:
dàt dé ´boodschapper van G d dáár níet aangenomen wordt wáár hij vandaan komt
& ´waar men hem al kent´? Blijkbaar hoort ´t erbij dat ´t ´n ´vreemdeling´ moet zijn die ì/d godsdienst
wat beweging brengt! ´t Vreemdzijn v/d Verkòndiger of Ìn ´n Profeet
bééldt dàn ook ´n stuk v/h Vreemdzijn van
¨G d¨ uit!
Want alleen
als G d wéér àls ´vreemdeling wordt ervaren èn waargenomen´,
kàn er een níeuw Begìn kómen? En dáár hóren wònderen bij! ´n Beetje ´als loslopende gèk´ beschouwd? Ook zijn ´eigen´ familie beschouwt Yesj àls gèk! Dàt sluit goed áán bij wat we hier al
eerder & vaker hebben
opgemerkt?!
Want óók híer
gaat het weer om de naaste krìng van mensen,
bij wie Yesj géén ìngang kàn vinden: En hij ging ìn ´n Huis; en er verzamelde zich wéér
´n hele schare mensen, zodat zij zèlfs geen bróód konden eten! En toen zijn náástbestaanden dìt hóórden, gingen zij erheen om hem òp te halen, want zij zeiden:
¨Hij ìs niet goed bij z´n zìnnen!¨
[Marc 3:20-21]
Die passage
ontbreekt bij Mat & Luke, die ´r beiden naar
streefden die familieleden van Yesj in ´n ietwat positiever daglicht te stellen?!
Maar ´t verwijt dat Yesjoea ´bezéten´ is, komt óók i/h EU van Yoch vóór!
In 8-48 vragen woedende joden aan Yesjoe: ¨Zèggen wij niet terecht, dat jíj ´n Sjomroni bent èn bezéten?¨
Uiteindelijk is óók ´t verwijt dat Yesj ´n verbònd heeft gesloten met de Duivel Sátàn zèlf [Mar 3:22], op dezelfde feiten terug te voeren!
Want zowel de gèk àls ´n bezétene zíjn ´onderworpen a/d màcht v/d satan´, óók àls ze ´zeer verstandig´ praten?
Doorslaggevend zijn óórsprong & dóel v/d volmacht!
En in ieder geval zijn - los v/d vraag òf de volmacht nu van G d of van dé Tégenstander kòmt - ´t machtsvertoon & ´t tot stand brengen vàn verbazingwekkende & niet-alledaagse dingen, dé áánléiding vóór zo´n discussie óver satan òf G d
àls ´machten op de àchtergrond´...
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende