41345106 Drie Oud~Groevenbeek Petra Ma´an Toyosato
QQleQ
MILLENNIA RESULTATEN:
IN TIJDEN OP PLAATSEN MET BEWONERS IN GRAFHEUVELS & OP HET WATER~
In vergelijking met de wijsheid v/d Spreuken van Sjlomo of van Yesjoea ben Sira is de door YÈSJ hier geuite wijsheid uiterst
realistisch!
Yesjoe
zegt niet alleen,
wat voor aangename gevolgen het goede kan hebben en dat het kwade slechte gevolgen heeft?
Híj stelt veeleer vóóròp hoe het leven is zonder het
te beoordelen!
Wij
nemen waar
dat Yesjoea heel vaak regels vol levenservaring transponeert naar ´t terrein
van ´t eeuwige leven? Dáárdóór ontstaat de indruk: óók voor ´G d´ gelden de regels
die elders in ´t leven gèlden! De relatie tot G d is geen uitzonderingstoestand,
godsdienst vindt niet plaats met ´n boekje in ´n behaaglijk knus hoekje,
maar datgene wat de strijd òm het bestáán vòrmt,
gèldt dáár pàs ècht: dàt àlles ìs voor G d niet ´geheel ànders´,
ongeveer i/d betekenis van ´n geruststelling, maar
het gèldt éérder in ´n
véél sterkere
máte.
Dat
betreft ook
het geheel van de relatie tussen de heer en zijn slaaf,
die een symbool is geworden voor de relatie tot G d! Déze hàrde régels van àlledàg gèlden ìn dé relátie tòt G d?! Vèrder: de ´christen´ doet het goede niet omwille van het goede
alsof hij alleen maar weggeeft en uitdooft, maar
òm òns bestaan véilig
te stellen.
Hij doet ´t
óók niet voor de naaste,
maar omdat hij ìn de naaste de rechter, ´de Zoon des Mènschen´ zíet in Matai 25:31-46.
Wij zijn verbaasd en constateren: het gaat YÈSJ beslist òm het júiste éigenbelang?
Alle liefde èn ´t geven van aalmoezen ìs níet uiteindelijk vergeefs wèggeven,
maar dóór dìt te dóen bereikt juist de dáder
´íets góeds´!
Het gaat daarbij òm hèm.
En dàt wìl hij toch uiteindelijk;
alleen als névenèffèct vaart óók de naaste er wèl bij. óók G D ZÈLF & ´t gebod G d te éren,
zijn géén dóel ìn zìchzèlf. Vaak ziet ´t christendom er zó úit àlsòf àlles voor ´n vòlledig
ònnodige vreemde despóót letterlijk overboord wordt gezèt
of achteloos weggegóóid?
Maar àlles wat G d éist,
gebeurt alleen maar ten gunste van de mènsen!
Déze heerser streeft géén dóel ìn zìchzèlf na: híj búit níet úit. Alléén déze heerser
kàn ´t zich veróórloven om níet bedàcht te zijn òp z´n éigen vóórdéél, maar slechts op dat van de mensen en op grond van dit beeld van G d appelleert Yèsj in de voornoemde woorden
vòl lévenservaring aan de instincten opdat men zich dáárìn
herkent in zijn diepste
verlangens?
Íeder individu
kòmt tot z´n rècht, dóórdat
hij z´n dóel vìndt: maar
alleen radicaliteit
bevrijdt!
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende