41397 135 Sterren in de Hand van des Menschen Zoon
QQleQ
DEZE ZOON
DES MENSCHEN IS ´N GEHEIMZINNIGE
UITDRUKKING!
Zij zègt
níet méér dàn ´mens´
en is toch in de toepassing op Yehosjoea ´de hoogste náám´,
die er in het vroegste christendom voor
een mensch kòn
bestáán?
Want
de ´mensenzoon´
{´t mensenkind} staat vlg. de profeet Daniël ´dicht bij G ds troon´
& krijgt van G d ´een eeuwig rijk´! - Dé representant v/h ´laatste & definitieve wereldrijk´,
die door dieren gesymboliseerde vroegere rijken aflost,
ziet er dus uit ´als een
mensch´.
Wrede dieren
waren in zekere zin de fantastische mascottes,
zèlfverzonnen wapendieren & ook tevens karakteristieke symbolen v/d ´Grote Rijken´ v/d Wéreld?
Israël daarentegen hoopt op een rijk van de ´Heiligen Der Allerhoogste´,
dat ´t zèlf i/d eindtijd ´hoopt
te zijn´!
Híer kòmt
voor de éérste kéér
die uitdrukking ´Zoon des mensen´/mensenkind voor?
Tot en met de latere geschriften van ´t Nieuwe Testament staat volgens die uitdrukking
een persoon tegelijkertijd voor àllen, die door hem
worden gerepresenteerd.
Zo
wordt ook nog
in de Openbaring van Yochanan
Yehosjoea ìn hèt bééld ´eens mensen zoons´ gezien:
die ¨Zeven Sterren ìn Zijn Hànd¨ houdt, de symbolen ook v/d ´zeven gemeenten´
èn dáárméé van al die andere
´christelijke gemeenten´
sámen?!
Die
Zoon des Menschen
& dé Heiligen van G d, de laatsten opgevat als de gemeenschap
die aan hèm, ´dìt mensenkind´, tóebehoort, vormen ook
in de euangelies een ònlòsmákelijke
éénheid!
Want àlles wat
voor YÈSJ, de mensenzoon, dit mensenkind, gèldt,
kan ook over degenen gezegd worden, die ´aan hèm toebehoren´?!
De voorstelling is wellicht voor ons nog ietwat òngebruikelijk, ´t ìs als bij ´n ellips
die twee brandpunten heeft!! ´t Éne brandpunt van de ellips is Yèsjoea
als de Zoon des mensen, die allen die bij hèm behóren,
vertegenwoordigt &
úitbeeldt!
Zó kan hij
óók plaatsvervangend
zíjn léven géven vóór àllen {in Marcos 10:45} & wòrdt ´voor het gerecht van G d´
dé advocaat van de zíjnen {in Lucky LUKE 12:8v.}! Díe Zoon des Menschen, dít mensenkind,
ìs dé door G d, dé Héér, ´gevòlmachtigde´, die vàn Hèm [´zij/het´] màcht verkrijgt,
ja zelfs vlg. de Griekse versie van Daniël 7:13 ~ komt G d zèlf ´àls
een mensch´ of ´mensenkind´ {nèt zoals
in Yechezkel 1:26}?!
Híer lìgt
reeds een eigen wòrtel
van de opvatting van de verschijning van G d in de gestalte van ´n mènsch i/d Griekse bijbel!
Deze grenzen tussen G d & degene die ¨Hèm/Háár/Hèt¨ uitbeeldt, gaan híer ìn elkaar óver!
Àls ´n representant van G d krijgt YÈSJOE zó vòlmacht
óver àlle volkeren {in
Matai 28:16}?!
Dááròm zèndt híj
zíjn leerlingen, discipelen, apostelen erop úit
òf - in dezelfde hoedanigheid - óók ´engelen´, die zíjn ´uitverkorenen´,
zíjn ´heiligen´ moeten verzamelen {in Marcos 13:27 & Matai 28:19},
òmdat zíj bíj hèm behóren
& híj bij hèn....
Steeds is G ds troon,
aan de voeten waarvan àlles plaatsvindt, ´hèt Mìddelpunt vàn hèt Gebéuren´!
Hèt Àndere brandpunt van de ellips zijn àl déze ´heiligen´
{´gehéélden/genezenen/gerèdden}
sámen.
Op een
voorbeeldige wijze
wordt dit in Matai 19:28 duidelijk:
als de Mensenzoon òp zíjn tróón zal zitten,
dan óók zullen degenen die bíj hèm behoren (dé Twaalf,
de ´heiligen´ als zijn vòlk)
´op tronen zitten´!
En als van
de mensenzoon,
dit unieke mensenkind, gèldt dát híj géén rustplaats heeft
òm zijn hóófd néér te leggen, dán gèldt dìtzèlfde ook voor de discipelen van Yehosjoea,
die hèm letterlijk en ìn hun manier van leven al návòlgen? En zoals híj nú
wordt veràcht èn óvergeleverd in de ´handen der mensen´,
zo vergaat het ook de gemeente, en híj, dé rèchter,
identificeert zich mèt íedere
àrme èn èlke bedelaar
[in Mat 25:45]!
Zíjn
volmacht
om ´zonden te vergeven´,
neemt de Geméénte
óver.
Dé
toekomstige
heilsgemeenschap zàl
´mèt´ dé Mensenzoon, en alle
andere mensenkinderen
zijn!
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende