41420 178 De jonge verliefde vrouw beklaagde zich
QQleQ
WÈL ÓVER ZÍJN PEDANTERIE:
´Schrijf nooit meer 1.) 2.) 3.), typisch een ambtenaar!´ De relatie zèlf
schijnt in het begin niet bepaald ècht hartstòchtelijk
te zijn gewéést?
Marga verzocht haar ´liefje´
al na de eerste ontmoeting de volgende keer wat puzzelboekjes
mee te nemen, ´want ànders hebben we er straks niet genoeg en weten we niet wàt we in T[ölz]
moeten dóen´! Kennelijk was ze ´n beetje bang voor het nieuwe leven dat haar wàchtte èn máákte zij zich grote zorgen òf zíjn familie háár acceptéren zóu? Ze vònd díe mensen sowieso
´verkeerd en slecht´, ´n òpvàtting die met de jaren alléén nog maar
stèrker wèrd!
Tòch bezwóer ze
haar Heinrich in maart 1928:
´We moeten [zien dat we] gelùkkig worden!´ Margarete was in financiéél opzicht
in elk geval géén slèchte partij voor Heinrich Himmler, die kràp bij kàs zat. Ze werd grootgebracht
op ´n landgoed in Pommeren, werkte in de Eerste Wereldoorlog als verpleegster en dreef nu
met financiële steun van haar ouders ´n privékliniek
in Berlijn-Schöneberg!
Óók waren er politieke raakvlakken?
Zíj was al nèt zó antisjemitisch àls híj,
hoewel haar uitlatingen in haar brieven of haar dagboek
meestal nogal ònnózel waren. ´Hij ìs nu eenmaal ´n Jóód èn zàl dàt óók àltijd blíjven!´
beklaagde ze zich ´n keer over de méde-eigenaar van haar kliniek. Ná de Kristall-nacht
in november ´38 schreef ze: ´Dat héle verháál van die Jóden, wànnéér gáát dàt túig nu eens wèg,
dàn kunnen we tenminste ´n beetje plezier hebben
in het leven!´
Op 7 maar 1940 schreef ze
nadat ze terùgkwam van ´n reis naar Posen, Lodz & Warschau:
´Dat Jódentuig, die Polakken, de méésten van hèn zien er niet eens úit àls ´n mèns,
èn het ìs er zó ònbeschrijflijk smérig! Het is ongelooflijk moeilijk
om daar orde op zaken te stellen´,
waarna ze prakkiseerde:
´Dat Pólenvolk gaat niet zó snèl dóód
aan besmettelijke zíekten,
ze zijn immúún!
Ònbegríjpelijk!
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende