41489 't zal je toch maar gezegd worden: deze schr
QQLEQ
IJVER
HEEFT LIEVER
NIET DAT JIJ EEN REACTIE GEEFT?!
194 Resultaat: OP DE TITEL ´koning der joden'
móesten de Romeinen wel reageren!? Deze titel zelf beantwoordde niet
aan datgene wat Yesj zelf gewìld hàd? Deze titel ìs in ´t gunstigste geval een karikatuur
van zijn pretentie! ´t Ging dus om een voorwendsel, waaronder Yesj niet alleen aan de Romeinen
móest worden uitgeleverd, maar óók móest worden terechtgesteld! Als dit een voorwendsel was -
wàt was dan de ware réden? ´t Staat vast dat YEHOSJOEA ìn conflict geraakt wàs
mèt àlle belangrijke partijen van z´n volk! Dat betreft duidelijk op z´n mìnst brede kringen
v/d Farizeeën, Schriftgeleerden, Tsaddoekiem/Sadduceeën en priesters?
Déze conflicten waren verschillend van aard en ze worden i/d euangelies beschreven:
maar het is niet duidelijk waarúit deze conflicten bestonden?!
Naar de mening van vroegere wetenschappelijke onderzoekers werd Yesj vanwege ´t conflict
met ¨de wèt¨ veroordeeld.
[´t Doet Mor denken aan Erika, Vledder, Assen, Eilat & Ma´an ETC.
in ´42, ´64/´65, ´66 & ´67 e.d.!]
Maar daarover wordt in hèt proces tegen Yesj níet gesproken?
Volgens ´n andere, wijdverbreide opvatting werd Yesjoea veroordeeld vanwege
zijn pretentie ´de Zoon van G d te zijn´, een pretentie die onverenigbaar was met ´t jodendom?
Maar ´t Yochananeuangelie probeert al te laten zien dat hèt beslissende conflict
níet op dìt niveau lag!
Yesjoe citeert tegen ´t protest & proces van de Joden & Romeinen Psalm 82:6, ´n psalm die de Israëlieten tóentèrtíjd ook al aansprak met de bijbelwoorden: ¨ÌK HEB GEZEGD: ´GÍJ ZÍJT GÓDEN´!¨ {YOCH 10:34}.
Wanneer dus zelfs al i/d bijbelboeken vertegenwoordigers v/h Vòlk van G d reeds als als ´goden´ aangesproken worden, dan kan men Yesjoea niet verwijten, dat híj zichzelf ´n ´Zoon van G d´ noemt.
Vlg. ´t Marcoseuangelie scheuren scheuren de zg. hogepriesters echter hùn klederen,
omdat Yehosjoea in hùn ogen ¨GOD¨ heeft gelasterd door te bevestigen dat hij de Zoon van G d is
èn dóór de Zoon des Mènsen áán te kondigen in Mark 14:63!
´t Gáát híer waarschijnlijk òm ´n historische herinnering?
Want hèt conflìct tussen jodendom & christendom ligt in de vráág òf YÈSJ dé masjiach was
èn wèl of niet ´de Géést G ds´ ìn zich droeg?
Beide vragen hangen nu eenmaal mèt elk ander sámen, uit beide punten wòrden dé contouren v/d christelijke opvatting óver dé zgn. ¨drie-éénheid¨ al zichtbaar!?
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende