Procol Harum: Norah Jones:
OVER THEODOTUS & PTOLEMAIOS
DAN DAT ZE HUN JOODSE IDENTITEIT TROTS VERMELDDEN
I/D INSCRIPTIES DIE ZE ACHTERLIETEN IN ´N EGYPTISCHE TEMPEL,
GEWIJD AAN DE DOOR-EN-DOOR
GRIEKSE GODHEID PAN?!
De ene luidt
´Ere zij god voor de redding uit zee van de Jood Theodotus, de zoon van Dorion´,
de andere
´De Jood Ptolemaios, de zoon van Dionysios, looft god´.
´t Belang van deze korte teksten is groot,
want ze bewijzen dat ´t niet waar is dat Joden slechts één godheid erkenden,
hoewel dit staat in veel antieke bronnen & Joodse auteurs
hetzelfde beweren.
Er zijn minimaal twee Joden geweest
die niet alleen ´t bestaan erkenden van Pan, maar er ook geen been in zagen
hem te eren met ´n blijk van erkentelijkheid.
Beschouwden andere Joden Theodotos & Ptolemaios nog als één van hèn,
òf golden ze als àfvàlligen?
Ze lijken in elk geval één v/d Tien Geboden te hebben overtreden:
´Vereer náást Míj geen andere goden´.
Dezelfde norm wordt nòg pregnanter aangegeven i/h Deuteronomiumvèrs
´Hóór Israël, de Héér ìs ònze G d, de Héér àlléén´, dat wel is getypeerd àls geloofsbelijdenis
& vaak werd aangeduid met ´t eerste wóórd, Sjema, ´hóór!´
´t Ìs ìn féite dé kòrtste definitie
vàn mónotheïsme?!
Óók latere generaties
beschouwden dìt als ´n belangrijke nòrm:
uit de farizese traditie stamt bijvoorbeeld ´t hierboven genoemde traktaat Avodah Zarah & de Dode Zee-rollen documenteren dat ook andere Joodse stromingen meenden
dat de verering van slechts één godheid
uiterst belangrijk was.
Toen, zo rond 130 na Chr. {AD},
enkele rabbi´s moesten aangeven wàt zó belangrijk wàs in ´t Jodendom
dat ´n gelovige er desnoods de dood voor moest riskeren, concludeerden ze dat men eventueel
àlle geboden mòcht pvertreden, behalve het verbod op incest,
op moord èn àfgodendom/-dienst.
De nòrm was duidelijk,
maar werd lang niet altijd
nageleefd.