GEEN CULTUSBEELD
HADDEN, HOEWEL DIT ASPECT
VAAK IN ONZE BRONNEN WERD VERMELD! Dit was toch onvoldoende uniek om echt onderscheidend te zijn?
Nabateeërs, Feniciërs & Grieken hadden allemaal wel een godheid
die ze niet afbeeldden & v/d oppergoden van Aegypte, {Assyrië}, Babylonië {en Chaldea},
die tot het begin van onze jaartelling vaak alsnog wel steeds werden vereerd, was
expliciet gezegd dat ze eigenlijk niet af te beelden waren - wat o.a. onze
Babylonische & Egyptische kunstenaars er overigens
niet van weerhield om dat tòch
wèl te blijven doen!
Het aspect van de eredienst
dat Joden definieerde àls Jóden,
lijkt vooral ook ´t exclusieve òffer geweest te zijn:
er bestonden in de praktijk allerlei aanvaardbare afwijkingen vàn
het ´Hóór Israël, de Héér is onze ¨G d¨, de Heer àlléén!´, maar ´t was
onaanvaardbaar om aan andere goden te òfferen! Òffers mòchten
nu voortaan alleen nog maar worden gebracht
áán díe éne G d & alleen voor hèm richtten
de Joden altaren op?
Zelfs de Essenen,
die o.a. meenden dat
de Tempel in Yeroesjalayiem niet langer rein was,
zochten aansluiting bij de offercultus aldaar, terwijl
ook de ´Sekte v/d Dode Zee~rollen´
regels had voor het offer!!!
Het OFFER
waarmee Het
Grote VERBOND werd bekrachtigd
en waarmee iemand zijn rituele reinheid wel kon herstellen,
vormde samen met de feestdagen dé Kèrn van het Jóódse gelóóf!
Er waren zo dus wel allerlei zaken waarover men van mening
mocht verschillen tot i/d kleinste details, maar wie aan
engelen, een Pàn, de keizer, ´de uitverkorene´of
de zòn zou hebben geofferd, díe was
géén Jóód méér!
Liever dan te offeren
aan ´n afgod riskeerden sommige Joden
de marteldood!
Anderen waren bereid
om de wapens te gaan opnemen als die offercultus niet
op de normale wijze kon plaatsvinden! Zoals we zagen, waren de auteurs v/d
Makkabeeënboeken het ònééns over de details v/h vervolgings-
decreet van Antiochos IV Epifanes, maar meldden beiden
dat de Joden in opstand kwamen toen
hun offers niet meer op de juiste
wijze gebracht konden
blijven worden
...