BLIJKT UIT SOMMIGE
GELIJKENISSEN?
Uit Q
komt ´t Verhaal v/d goede herder:
de eigenaar van ´n kùdde laat deze àchter
om één ènkel zoekgeraakt schaap
te gaan zoeken!
Tussen Mats eigen
materiaal vinden we de parabel v/d werkers v/h èlfde úúr:
dagloners die, òngeàcht òf ze vroeg of láát op de dag beginnen, tòch hetzèlfde betaald krijgen!
In deze twee gelijkenissen ligt de nadruk vooràl
op G ds generositeit?
Àndere parabels
leggen de nadruk op de wáárde vàn het Koninrijk ´van G d´ ~ ´t lijkt op zuurdesem,
op ´n verborgen schat, op ´n párel ~ of op de onvermijdelijkheid waarméé dit Koninkrijk àlles zàl ´overwoekeren´! Dit mag dan nog wel weinig informatief zijn, één hoofd-thema keert er steeds wéér
in terug: de òmkering van àlle menselijke verhoudingen die zou plaatsvinden
wanneer G d ìn àl zíjn kràcht òp áárde
kwàm regeren?
´Vele éérsten
zullen de laatsten zijn en vele laatsten de éérsten´,
zoals Mark ´n Verhaal beëindigd over de moeilijkheden die de rijken ondervinden
als ze ´t Koninkrijk óók graag betreden zouden willen! In z´n eigen materiaal presenteert Luke
ook ´n gelijkenis waarin ´m farizee ´t moreel moest afleggen tegen ´n tollenaar, concluderend dat
wie zichzelf verhoogt, vernederd zal worden, terwijl degene die zichzelf vernedert,
zal worden verhoogd!
Q bevat een parabel over ´n feest
waarbij de genodigden wègblijven & de gastheer dan maar besluit om ´t uitschot
van deze samenleving te fêteren. Heel beroemd zijn zo de òmkeringen die bekendstaan als de ´zalig-sprekingen´? Vier ervan komen uit Q & omdat ze door Mat & Luke èlk op ´n andere manier nader
bewerkt zijn, is ´t mogelijk ´n beredeneerde hypothese òp te stellen
over de oorspronkelijke tekst?
De eerste drie
zouden als volgt kunnen luiden:
¨Gelukkig de armen, want voor hen is ´t Koninkrijk.
Gelùkkig de treurenden, want zij zullen getroost worden.
Gelukkig wie hongeren want zij zullen
àllen verzadigd worden!¨
Daarna volgt de vierde
gelukwens, die - geheel volgens de regels
waarmee antieke sprekers speelden met hun publiek - weliswaar op dezelfde wijze begint
maar, wanneer de luisteraars dènken àl wèl te wéten wat er komen gaat,
ineens ´n heel ander
vervolg krijgt?
¨Gelukkig zijn jullie
wanneer ze je uitschelden,
vervolgen en van allerlei kwaad betichten! Verheug je en júich,
want je zùlt rijkelijk worden belóónd! Kortom, de hele ´normale´ wereld
zou worden omgekeerd? Dàt dìt Yehosjoea´s toekomstverwachting was,
weten we uit bronnen met een verschillend karakter
& diverse auteurs?
Hèt ìs, als historisch féit,
ònwéérlègbaar...