42010 JL241 Miryam haMigdalit is niet de enige die
QQleQ
YEHOSJOEA MEENDE
GEZIEN TE HEBBEN! ´t Luke-EU
& 1 Korintiërs vertellen dat ook Sjim´on
Petros deze ervaring had?
Déze twee bronnen
èn Mattaï & Yoch vermelden daarnaast
al ´n verschijning aan de Twaalf!
Twee bewijsbaar onafhankelijke bronnen
vermelden ´n verschijning aan Yehosjoea´s broer Ya´akov. Andere ´verschijningen´,
zoals die aan de Emmaüsgangers, aan 500 mensen, aan de apostelen
& bij ´t Harpmeer van Galilea, zijn èlk slechts éénmaal geattesteerd
& onttrekken zich aan ´n historische analyse:
één bron is géén bron!
Samenvattend:
4 auteurs noemen
onafhankelijk van elkaar
dàt Yehosjoea´s áánhàngers hèm terùgzagen?
Wat er nu precies wel of niet schuilgaat achter al deze gebeurtenissen,
is niet meer úit te maken! Dìt ìs hèt pùnt waar de wégen van een traditionele
nog {bij}gelovige èn ´n historicus úit elkaar gaan. De historicus kan wijzen op collectieve zelfbegoochelingen die bepaalde groepen soms hebben àls ze vooral ook onder hoge psychische
druk staan, maar hij heeft voor die hypothese verder geen aanknopingspunten;
een behóudende ´gelovige´ zou kunnen opperen dat de makkelijkste
verklaring, die bijna àlle {bij}verschijnselen ìn één klàp verkláárt,
dé ´òpstanding´ van Christos is, maar hij introduceert dàn
íets dàt ìn stríjd ìs mèt de natuurwetten!
In èlk geval staat dìt vàst:
de volgelingen van Yesjoea meenden
dàt híj ´úit de dóód wàs òpgestaan´, ze geloofden
´dat hij al snel weer zou terugkeren´ èn ´verwàchtten ook liefst
dat zíj dit wònder ook zouden mogen gaan méémáken´? Over hun verdere opvattingen
wordt verslag gedaan in de Handelingen v/d Apostelen, ´n vervòlg òp ´t euangelie van Lukas
dat ongeveer opgeschreven moet zijn rond het jaar 85, al meer dan 50 jaar ´daarna´!
Voor ´t eerste deel geldt dat wat doorverteld wordt óver de levenswijze van die
´gelovigen´, tamelijk snel boeiend werd bevestigd door ´n tekst die bekend
staat als de Didache of Léér v/d Twaalf Apostelen ;
wat daarentegen wordt verteld over de gebeurtenissen,
onttrekt zich aan toetsing!
We kunnen er nu al
met al nog hooguit van zeggen dat ze,
afgezien van enkele grote overdrijvingen,
op zìch nog niet eens zó totáál onaannemelijk klinken?
De Tempelautoriteiten lijken aanvankelijk met enig wantrouwen gekéken te hebben
naar die aanhangers vàn dé ´gekruisigde messias´: Handelingen vermeldt dat Kayfa
ook Sjim´on Petros en Yochanan verhoorde, maar óók weer líet gáán omdat hij nu eenmaal
vooral rekening moest trachten te blijven houden met de ´publieke opinie´?!
Tóen ´t Sanhedrin, ´t adviesorgaan van deze hogepriester, zich ietwat
later over deze kwestie bóóg, adviseerde de farizese leider Gamliël
om al deze ingewikkelde zaken vooral níet op de spits te gaan
blijven drijven: ¨àls het mensenwerk is wat zij nu zó ná-
streven, zal het op niets úitlopen, maar als ´t G ds
werk is, dan zult ook ú niets meer tegen
hèn kunnen úitrichten!¨
Mógelijk onthield ook
deze ´jonge kerk´ zich daarna
van àl té fèlle kritíek op dé Tèmpel;
het is althans opvallend dat het enige bloedige incident
dat hierná nog wordt genoemd, de dóód van Stefanos, werd ingeleid
dóórdàt déze zich (net als Yesjoe zèlf) had uitgesproken tégen de Tèmpel!?
Dat de relaties daarna over het algemeen harmonieus waren, staat vast.....
Die Áánhàngers vàn dé Wèg wèrden tóegeláten tòt de Tempel
en toen Yesjoe´s broer Ya´akov in 62 werd gedood,
protesteerden er óók al zéér voorname Joden
dàt de verantwoordelijke hogepriester,
Ananos II, véél té vèr
gegáán wàs!
Voor ´n eerste
levenswijze van die ´nieuwe gelovigen´
hebben we dus twee hoofdbronnen: enerzijds de Handelingen
& anderzijds de Didache! Deze laatste tekst, die in 1873 ontdekt werd &
nooit helemaal aandacht gekregen hééft zie zij verdiende, wordt in de tweede helft
v/d eerste eeuw gedateerd. ´t Gáát vooral om ´n korte verzameling van voorschriften voor de wijze wááròp Yesj´ vòlgelingen nu nog voortaan zo het beste zouden kunnen gaan blijven vèrder léven, waarbij het motief van de Twee Wegen, dat we ook kennen uit de Joodse literatuur van deze tijd,
hèt vóórnáámste structurerende principe ìs? Op hoofdlijnen komt deze levenswijze overeen
met wat de Handelingen vertellen over het leven van de volgelingen van Yèsj, die
aanvankelijk nog onder leiding stonden van Sjim´on Petros & later
van broeder Ya´akov. Ze beschouwden zich als de heilige rest
van Israël en verwachtten dat het hemels koninkrijk van G d
zou aanbreken wanneer de Mensenzoon ´over de wolken´
weer zou ´terugkeren´ òm hèt Laatste
Óórdeel te vellen...
Deze verwachting
verklaart mogelijk waarom Yesl´ volgelingen,
meest Galileeërs toch nog, zich vestigen gingen in Yeroesjalayiem:
dé ¨Plaats¨ {´Groot Mokum´ a.h.w.} wáár hèt eschatologische drama z´n beslag zou krijgen!?
Nèt als áán Yèsj worden ook aan zijn aanhangers ´genezingen´ toegeschreven, ook in een Joodse bron. De gelovigen zullen zich hebben gehouden aan de Wètsúitlèg van Yèsj, die ze beschouwden
als ´n gewone sterveling, zij ´t ´rèchtváárdiger dàn´ ànderen! Net als de essenen
bezaten ook deze mensen àlles collectief? Verder lezen we nog over hun
doopritueel, over gebéden èn over
geméénschappelijke
maaltijden!
[]
Deze
halachische discussies gingen
bijvoorbeeld over het water van de Dópe èn
tónen gelijkenis met allerlei overige
rabbijnse discussies betreffende
het wáter van de rituele
reinigingen.
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende