IN O.A.
KLEIN-AZIË, MACEDONIË EN
GRIEKENLAND GESTICHTE CHRISTELIJKE
LÉÉFGEMEENTES!Terwijl de Christenen in Yudea/YEHOEDA
Yehosjoea waren blijven beschouwen als ´n wijsheidsleraar,
mèt de betrekkelijk bescheiden titels als ´Wijnrank van Dawied´,
de ´Dienaar´ & ´t gangbare ´Zoon van G d´,
geloofden de leden van de
door SP gestichte gemeenten
dat Yesj méér geweest wàs
dàn ´n ¨gewóón mènsch´?
Hij had
de gestalte van ¨G D¨,
zo schrijft deze apostel aan de bewoners van ´t
Macedonische FILIPPI, maar had die àfgelegd
èn was verschenen als mèns!
En niet ´zomaar´ als mens, bovendien,
maar als díenaar!
Òmdàt híj G d
tot áán ´t kruis gehoorzaam geweest was,
had G d hèm ´hóóg verheven
èn hem de náám geschonken
die èlke náám te bóven gáát´!
Dit laatste lijkt sterk op Sefer Helachot,
waarin Chenoch ofwel Metatron
de naam ´de kleine YHWH´ krijgt?
De theologie v/d Brief a/d Filippenzen,
één v/d vroegste Christelijke teksten, moet oeroud zijn,
want SP citeert hierin ´n hymne,
dat dus al moet zijn gecomponeerd in de eerste 20 jaar
ná déze kruisiging! Als de apostel ´der heidenen´ het heeft over Yesj
als ´zoon van G d´, DÀN is dit geen titel maar ´n beschrijving v/d verhèffing
v/d ´dienaar´ tot iemand met ´n náám bóven
àlle àndere nàmen!
In ´n andere brief,
die a/d Romeinen, schrijft SP
dat YÈSJ ´was aangewezen als zoon van G d´
& dat hij door de ´heilige Geest
bekleed was met màcht toen hij
opstond úit de dóód´!
Schrijvend a/d Korintiërs
past de apostel uit Klein-Azië
de voor ´t Jodendom zo belangrijke formule
´Hóór Israël, de Heer is onze G d,
de Héér àlléén´ {´t ¨SJEMA¨} aan:
´er ìs één G d, de Váder, uit wie àlles is òntstaan
èn voor wie wij zijn bestemd,
èn één Héér, Yehosjoea haMasjiach,
door wie alles is ontstaan
èn dóór wíe wíj léven´!
Zéker ´t gebruik van ¨HÉÉR¨
moet andere Joden ook geërgerd hebben:
´t was hèt Wóórd dàt gebruikt werd
òm dé Náám van God niet te hoeven úitspreken!
SP´s visie is exuberant, maar daarom nog niet òn-Joods:
zoals we al EERDER constateerden,
verwachtten de Joden ´n úitverkórene,
´n Mensenzoon of ´n Gezalfde {masjiach/messias}
& konden ze ZÓ G ds Wóórd vereren.
Díe gedachte dat al met al zó nu
G d via ´n soort van tussenpersoon
het Universum geschapen had en bestúúrde,
was zeker niet òndènkbaar? Dàt was gold immers ook
voor het Idéé dat degene die verhéven wèrd,
éérst diende te lijden: dit is ´t thema v/d Zelfverheerlijkingshymne?!
Mèt déze Mìddelaar,
& indirect met G d, werden de leden
v/d door SP gestichte gemeentes op mystieke wijze
één tijdens de gemeenschappelijke
fééstmaaltijd!
¨Máákt
de Béker
waarvoor wij G d lóven
& danken òns niet één mèt het bloed
van Christos?¨
zo schreef hij aan
de Korintische gelovigen,
¨MÁÁKT ´T BROOD
DAT WIJ BREKEN ÒNS NIET
ÉÉN MET ´T LICHAAM VAN CHRISTOS?
OMDÀT HET ÉÉN BRÓÓD IS ZIJN
WÍJ, HOEWEL MET VELEN, ÉÉN
LICHAAM, WANT
WIJ HEBBEN []
ÀLLEN
DÉÉL ÁÁN
DÀT ÉNE
BRÓÓD!¨
Ouwe Mor
sliep in ´66 na ´n jaar kamp Vledder
en in ´68 na de rondreis door India bij de gypsies
in Korinte die woonden aan de Weg v/d 25ste Maart.
´n Dergelijk gevoel ook in Jordanië, West Bank & de Oude Stad vlak
vóór & na de ´Zesdaagse´, alleen in Petra/Elji, Ma´an, Aqaba, Gaza, Eilat, Sinaï & ´t Santa
Katerinaklooster!? Al die oeroude streken tussen de grafheuvels van de Vale Ouwe
& Galilea, Banyas, Golan, heen & weer door Klein-Azië, Perzië, Afghanistan,
Pakistan, India, Rangoon, Hongkong & Nippon, Nachodka, Birobeidjan,
Chabarovsk, Moskou, Charkov
& Odessa: stuk
voor stuk ook al even-
zovele stapjes, dagen, nachten,
hun geschiedenissen, via via ´ons allen´
als nomaden, vluchtelingen, bannelingen, migranten, joden,
missionarissen & zendelingen, ontwikkelingswerkers,
scholen: als ´n universele historie v/d mens
op aarde ´aan het
evolutioneren´
...