QQleQ: 33x BEVEN INTER-/MULTI-CULTI-
NATIONALE DEFENSIEBOMBARDEMENTEN
& onze politici! Kortom:
de laatste jaren van de ´dagen
van ooit´ toen, daar, nu, straks barstensvol tegenstrijdigheden.....?!
Ook in de laatste drie jaren van zijn leven bleven de conflicten voor¨Johannes Coccejus¨
niet uit. ´t Is vooral met name de Groningse hoogleraar Samuel Maresius
{des Marets, 1599-1673}, ´n geharnast bestrijder van alles wat níet naar orthodoxie rook,
die zich in deze jaren heftig op JoCo´s ideeën
over ut Oude Testament stortte!
Voor JC´s onderscheid
tussen de vergeving van zonden
in het Oude en het Nieuwe Testament had híj geen goed woord over
& ook de opvattingen over de zeven perioden van ¨G ds Koninkrijk¨
nam hij op de korrel!
Tevens attaqueerde hij
JC op diens interpretatie van ¨G ds Alomtegenwoordigheid¨?
JC had deze ´eigenschap van G d´ tijdens één van zijn disputaties in het voorjaar van 1668
gedefinieerd als ´G ds hoogst effectieve wìl, die àlles onder-houdt èn regéért´.
Maresius meende dat Coccejus hiermee òntkènde
dat ´G d´ alomtegenwoordig was ìn en
naar zijn wézen èn beschuldigde hem van sympathie
voor de ideeën van Socinus en Descartes!
JC - móe geworden van de polemiek -
reageerde niet maar in brieven aan zijn schoonzoon
ontkende hij nádrùkkelijk de opvatting aan Descartes ontleend
te hebben! Vol verontwaardiging deed hij zijn beklag
over deze onheuse bejegening
van Maresius!
Op de achtergrond
van déze discussie stond het probleem,
dat vooral na de dood van JC actueel zou worden, nl. in hoeverre
de theologie gebruik mag maken van de filosofie? Màg een theolóóg gebruik maken vàn filosofische begrippen, bijvoorbeeld die van Aristoteles of van Descartes?
JC zèlf heeft over deze kwestie nauwelijks nagedacht.
Kennis van de filosofie was volgens hèm
voor een theoloog noodzakelijk, maar historie en táál hadden voor hem
´n plus bóven de rede & de logica! Híj zocht ìn dé Schrift niet zozeer
het abstracte, dat zichzelf altijd gelijk blijft,
maar ´t concrete & historische.