42108 dc2/21 De 2 Yehoedas/Judassen: de luide stem
QQleQ
VULDE DE
STENEN GRAANSCHUUR
TOT DE NOK!
¨Wàt gaan we dóen, mànnen?
Als de soldaten volgende keer ons dòrp binnenmarcheren,
zijn we dàn àls een slàng die bijt als je erop trapt of als een schildpad
die zich verbergt in z´n schild in de hoop
dat niemand hèm plèt?¨
De spreker pauzeerde......
Hij wìst dat de Galileeërs bàng waren!
Óók al was hij niet langer dan zijn toehoorders,
híj stònd rèchtòp, terwijl zij voorovergebogen stonden
als honden die wachten om geslagen te worden?
Híj stampte met zijn voet en het licht
van de lantaarn gaf ´t opstuivend kàf
een gouden glans......
¨JULLIE HEBBEN ALLEMAAL
WEL VAN MIJ GEHOORD!¨ RIEP HIJ.
¨IK BEN SJIM´ON, DE ZOON VAN YEHOEDAH DE GALILEEËR!
WAT BETEKENT DÀT
VOOR JÙLLIE?¨
´Dat betekent dat je ´n moordenaar bent!´
riep een stem vanuit de schaduw.
De graanschuur was donker
op een enkele afgeschermde làmp ná...... De Romeinen betáálden
hùn informanten goed en opstandelingen die in het geheim bijéénkwamen
konden de doodstraf verwachten!
¨MÓÓRDENAAR?¨ schamperde Sjim´on.
¨ÌK VERRÌCHT ´N RÈCHTVAARDIG ÒFFER!¨
´Jíj vermóórdt príesters!´ zei dezèlfde stèm.
Sjim´on tuurde in het donker òm béter te kùnnen zíen!
Àmper één op de tien mannen die het lèf hàdden òm náár een geheime bijéénkomst te kómen,
slóót zich bij de òpstandelingen ook ècht áán?! Met deze nachtelijke groep die samenschoolde aan de rand van Natseret in ´n verlaten graanschuur was ´t ook al niet ànders!?
De zeloot verhief zijn stem!
¨MÓÓRD IS IETS WAT TEGEN DE WETTEN VAN GOD ÌNGAAT!
WÍJ ELIMINEREN VERRADERS! WIE SAMENSPANT MET RÓME ÌS EEN VÍJAND VÀN DE JÓDEN. EN ´N VIJAND VAN DE JODEN IS EEN VÍJAND VAN GOD!
ÒNTKÈN JE DÀT?¨
Dìt keer gaf niemand antwoord!
Sjim´on veràchtte hun àngst,
maar híj hàd hèn nodig want zijn toehoorders waren gereserveerde dorpelingen
die de hongersnood als een spóókbééld vóór hùn ógen hàdden:
víer op de tien kinderen stierven vóór hun vijfde jaar.
Gezinnen probeerden ´n schaars bestaan òp te bouwen in de heuvels
tussen de kromme olijfbomen en de verdorde korenvelden. ´n Ànder léven kènden zíj níet!
De man die Sjim´on een moordenaar genoemd had was níet Yehosjoea,
maar die Yesjoea was wèl aanwezig! Hij stond naast zijn broer Ya´akov,
die zich graag bij de rebellen wilde áánsluiten?
Ze hàdden de héle òchtend àl gepráát óver het bijwonen vàn deze bijeenkomst......
¨KÒM MAAR GEWOON MÉÉ ÈN LÚISTER ZÈLF!¨ had Ya´akov gepleit.
¨JIJ HÓEFT HELEMAAL NÍETS TE DÓEN!¨
Waarop Yesjoe antwoordde:
´Náár zó´n bijéénkomst gáán ìs óók íets dóen!´
Dàt klòpte voor zover het de Romeinen betrof?!
Maar toen Ya´akov dreigde om er àlléén héén te gaan,
was ´t Yesj´ plìcht àls óudere bróer òm hèm te vergezèllen.
Zo láát in de avond was de stenen graanschuur kóud en ´t róók er naar stro
en rattennesten!!! Sjim´on hief verzoenend zijn handen òp.
¨IK WÉÉT DÀT JÙLLIE ÌN VRÉDE WILLEN LEVEN
TERWIJL ÌK ZÙLLIE HÈT ZWÁÁRD BRÈNG. HET ZWAARD VAN MIJN VADER JEHOEDAH!
JÙLLIE NÓEMEN ÒNS MÈSSENTRÈKKERS? MÈSSEN ZIJN NOG MAAR
SLECHTS HÈT BEGÌN!¨
Met ´n dramatisch gebaar
trok hij ´n kort soldatenzwaard onder zijn màntel vàndáán.
Sjim´on hóórde hóe zijn toehoorders hun adem ìnhíelden!
Zèlfs ìn het schíjnsel van de afgeschermde lantaarn kòn íederéén
zíen dàt het Róméins ijzer was?!
Híj híeld het òmhóóg......
¨ZÍJN WE ZÓ BÀNG
DAT WE ´T AL IN ONZE BROEK DOEN
BIJ HET ZÍEN VÀN ´N WÁPEN VÀN DE VIJAND? DÌT ÌS NÍET
HET ZWAARD VAN ´N SOLDAAT DIE HET PER ÒNGELUK LÍET
VÀLLEN! HET IS NIET VERGÉTEN IN EEN KROEG NA
EEN SLÈMPPARTIJ! DÌT ZWÁÁRD ÌS VERÓVERD
ÌN EEN GEVÈCHT VAN MÀN
TÒT MÀN! DÓÓR ÉÉN
VAN ÒNS ......
DÓÓR EEN
JÓÓD!¨
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende