QQleQ
VÌNDEN!´ ´t Was
niet nodig Yitschak bij de hand te nemen:
híj kon de ladder sneller af klimmen
dan Yehosjoea......
¨IK HAD ´T JOU
MOETEN ZEGGEN,¨ zei Yitschak.
¨ÍEDERÉÉN ÌS WÈGGEVLÙCHT!¨
´Wááròm heeft ´r niemand
míj wakker gemaakt?´ vroeg Yesjoea bezorgd. ´t Héle dòrp gìng
àlléén maar op de vlucht als ´n garnizoen soldaten òp wèg wàs naar Natseret! Jongetjes stonden
langs de kant van de Wèg op de uitkijk & rènden naar ´t dòrp òm de dorpelingen tijdig ervoor te waar-schuwen dàt hèt Gróte Béést, ´t Romeinse Léger, èráán kwàm
òp hònderd páár vóeten!
¨ÍEDERÉÉN WAS ÀL ÌN PANIEK.
ZE STÚÚRDEN MÍJ TERÙG ÒM JÓU TE HÁLEN!¨
zei Yitschak.
´Wááròm dééd je dàt dàn niet?´
¨WE HEBBEN NÚ GÉÉN TÍJD ÒM TE PRÁTEN!
LATEN WE NAAR ´T BÒS GAAN!¨
Yesjoe nam Yitschak bij de hand en leidde hem
zo snel als de blinde man kon over
de ruwe grond...
Hij nam ´t Yitschak niet kwalijk
dat hij was àfgeleid. Dat deed G d met menschen
die ´n gáve hadden!!!
Àls de Romeinen in de buurt waren,
zouden ze niet vèr kómen? Maar Yesj kende ´n geheime plek, ´n hòlte onder een paar omgevallen bomen! De dorpelingen, die alleen het bos ingingen voor brandhout òf òm zich te verstòppen, vroegen zich àf wááròm Yèsj zó váák náár het bòs gìng? Dùs al snel vóegden ze
´t maar tóe aan hun waslijst met zíjn
´vreemde gewoontes´?!!
De schuilplaats
was groot genoeg òm hèn béiden te verbergen en ze wáren er nèt òp tíjd!
Het huis van Yosef stond aan de rànd van het dòrp. Vanuit hun schuilplaats
konden ze ´t zíen!
Romeinse soldaten
verkenden het dorp in groepen van vier of vijf personen!
Ze dróegen fàkkels!
´HOEVÉÉL MENSEN
ZÙLLEN ZE MEENEMEN?´ fluisterde Yitschak.
Ze waren zó dìchtbíj dat hij het knetteren van de toortsen kon hóren!
¨Dàt lìgt eráán hóe bàng ze òns willen maken,¨
zei Yèsj bìtter.
De soldaten
smeten ´n fakkel in ´n huis niet vèr
van het huis van Yosef.
De muren waren
van stéén en léém, maar brandden tòch snèl àls iemand
lappen met olie naar binnen wierp: als eerste vatten de strobedden vlam, al snel gevolgd door
de lage zolderbalken!
Als ´Poetinaal trumpisme´
& ´t ´fascistisch stalinisme´: de oude liedjes
van doekjes voor het eeuwige bloeden, asbestagressie, boerenbanditisme,
centrale corruptie, dreigende depressie, ergerlijk economisme,
fanatieke fakkeloptochten, geile geldzucht &
hitsige heethoofdigheid, irritante idiotie,
jeugdige juichers, kletsende
kwebbelaars, lullende
lamzakken!