42187 DC 91 De Twee Keken Elkaar Even Aan & de man
QQleQ
BEDEKTE ZIJN HOOFD WÉÉR!Hij ging ´n nauw steegje ìn,
terwijl Yehosjoea hèm vòlgde.
Zijn gedrag had íets óvertúigends?!
´WAARÒM NOEMDE JE ME ¨MEESTER¨?´
vroeg Yesjoea toen ze door ´n doorgang liepen die zo nauw was
dat hij gemáákt leek voor ´n herdersjongen!
¨IK BEN ´N OPTIMIST:
IK ZIE LIEVER WAT ER KÀN ZÍJN DAN WAT ÌS!¨
Yesjoe schudde zijn hoofd.
´Dàn heb je een mìsrekening gemaakt!
Ìk zàl nooit slaven bezitten òf de lákens úitdélen!´
¨ZÓ BEDOELDE IK ´T OOK NIET, MEESTER,¨ zei Querulus.
Hij had een binnenpretje en zei: ¨ALS JE SNÈLLER LÓÓPT, ZAL IK JE VOORTAAN
NIET MEER ZÓ NOEMEN!¨ De man wìst de wèg in de Stad!
Hij liep snel in het donker en had geen kompas of maanlicht nódig!
Yèsj raakte het vreemde gevoel kwijt dat hij nergens bíj hoorde en hij zag steeds vaker
´t beeld voor zich van Yehoedah, die gewikkeld in vuile vodden
op de gevangenisvloer lag te slapen!
´Ik moet terug,´ zei hij.
¨JE ZÙLT JE VRIENDEN WEER TERUGZIEN!
VOOR DÌT MOMENT HEBBEN HÙN TÁÁK VERVÙLD!¨
De vreemdeling greep Yesjoe bij zijn arm.
Ze waren blijkbaar bijna vlakbij hun bestemming?
Na enkele minuten opende hij een deur die toegang bood tot ´n kleine woning.
De woning leek precies op de andere huizen in de omgeving, behalve dat het er róók
naar de warme, kruidige geur van sandelhout.
Yesjoea aarzelde bij de drempel en de vreemdeling wàchtte!
´IK KÈN DIE LÙCHT,´ zei Yehosjoea.
¨JA, DE PRIESTERS GEBRUIKEN HET IN DE TEMPEL!
KUN JIJ JE VOORSTELLEN HOEVÉÉL HET KÒST ÒM ÈLKE DÀG
ZÓÍETS KÒSTBAARS TE BRÀNDEN? ALS JE DUS AL MEER DAN GENOEG GELD HÈBT,
KÙN JE G D IN RÓÓK VERÀNDEREN?!¨
Querulus glimlachte & wachtte àf!
Híj hàd het gedùld te wàchten tòtdàt Yesjoe besloten had òm bìnnen te komen!
De kìlte van de nàcht was nú ´t hévigst, ´n úúrtje vóór zònsòpgang.
Onderwèg in het nètwèrk van stéégjes had Yesjoea de kou níet gevóeld,
maar nú rìlde hij àlsòf hij weer kóórts had?
´JE BIEDT EEN SCHUILPLAATS AAN EN IK NEEM DEZE ÁÁN,´ zei hij,
´MAAR IK KÀN DEGENEN DIE IK ACHTERLIET NIET VERGETEN!
BELÓÓF JE ME DAT JE ME BÍJ HÈN
TERÙGBRÈNGT?´
Quearulus knikte.
Yehosjoea zùchtte & stapte snel óver
de drèmpel, naar de wàrme
lùcht èn het véélbelovende
vuur dat in
de háárd
bràndde
...
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende