42205/103 Hij streek met z´n hand licht over Yèsj´


QQleQ

NIEUWE WITTE MANTEL!

Z´n ogen staarden in de verte &
achter ´t ongenaakbaar masker van de patriciër
deed zijn gevoel wanhopige pogingen
òm zich te úiten?
Querulus zat nooit om woorden verlegen, maar nú stámelde hij:
¨IK - IK HÈB VÈRDER NÍETS MÉÉR TE VERTELLEN! DE RÈST ÌS ÁÁN JÓU?¨
Yèsj was díe gehéimzìnnigheid zàt!
´Ik wéét wááròm je me niet wìlt vertellen wàt jíj verbèrgt,´
zei hij.

Querulus frònste vrágend zijn wènkbrauwen. ´Je bent al nèt àls de rèst, degenen die ´s nàchts àls díeven ´n húis bìnnensluipen? Jij verwàcht íets van míj, maar je bènt véél té wàntrouwend?
Je bent bàng dat ìk jóu in de vàl láát lopen àls jíj tévéél vertèlt.´
¨VALSE HÓÓP ÌS ÀLS EEN VÀLSTRÌK,¨
mompelde Querulus, grauw van
verslagenheid?
´Vertèl me dàn op z´n mìnst je dróóm?´ stelde Yesj.
Querulus antwoordde: ¨IK WEET IETS BETERS,
IK KAN JE MIJN DRÓÓM LÁTEN ZÍEN?!¨

Hij leidde Yesj naar de achterkant van het huis
door een ware wirwar van dóór de jaren héén aangebouwde kamertjes.
Èlke vòlgende kamer werd dònkerder èn kóeler! In ´t verleden werden nieuwe kamers áángebouwd
als de bewóners méér kìnderen krégen òf àls àrme familieleden hùn ìntrèk ìn het húis námen?
De láátste kamers hadden helemaal géén rámen meer.
Querulus had ònderwèg ´n olielamp gepakt
om deze donkere vertrekken te verlichten.
¨OORSPRONKELIJK WAREN DEZE KAMERS GEBOUWD
VOOR VROUWEN OM ZICH TE VERSCHUILEN ALS ZE ONREIN WAREN,¨

legde Querulus kòrt úit.
¨BÀRBÁÁRS!¨
Hij stopte voor ´n dichte deur
en zocht naar de sleutel. Yesj verwàchtte
dat die laatste kamer in ´t dóólhòf de kléinste zou zijn,
maar toen hij bìnnenkwam zàg hij ´n gróte & uiterst lùchtige kamer mèt ´n flìnk ráám.
Dóór ´t raam zag hij ´n Verbòrgen Túin met gróene palmbomen, klimjasmijn èn ´n òpwèllende Bròn. Querulus genóót vàn zijn verbázing!
¨EEN PARADIJS IN ZAKFORMAAT,
MAAR DÀT IS NÍET MIJN DRÓÓM!¨

Hij wàchtte tòt hun ogen aan het licht gewènd waren
en wéés tóen op ´n Stóel die tégen de Múúr stond. Er lag ´n Klééd van brokaat òp.
¨KÍJK MAAR EENS WÀT ÈRÒNDER LÌGT!¨ Yèsj tròk aan ´t klééd
& ´t víel vàn de stoel.

Die stoel
was gemaakt
van bewèrkt sandelhout
& de geur ervan vermèngde zich
met de zware zoete jasmijnlùcht!
Òp de fluwelen Zétel làg íets wònderbáárlijks:
´n Gouden Króón!
´Hèb je díe gestólen?´
fluisterde Yesj.
De kroon zag er nèt zó úit
als de kroon op de gouden mùnten
met dááròp het hóófd vàn Herodes Antipas.
De gouden rànd was dìk & zwáár ìngelegd met ´n rànd
van edelstenen. Maar als je góed kéék zàg je dàt èr ´n gàt was
waar dé centrále edelsteen behóórde te zíjn?!
[groenQuerulus léék
ìn gedàchten verzònken.

¨ÌK HÈB GÉÉN VERRÁÁD GEPLEEGD!
DÌT ÌS ´N KOPÍE...
IK HEB HAAR LATEN MAKEN IN ANTIOCHIË.
JE KÙNT DE KROON AANRAKEN
ALS JE WÌLT?¨
Hoewel hij
zèlfs bíj benádering
nòg nóóit zóíets schìtterends
had gezíen, raakte Yèsj
de kroon níet áán!

De ´rozenkrans´
die hèm vergìftigd hàd
làg nòg vèrs ìn z´n geheugen,
maar íets wat nòg stèrker
was zei hem de
kroon níet áán
te raken
...

OK!
14 aug 2022 - bewerkt op 25 aug 2022 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Asih
Asih, man, 79 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende