42206/104 Querulus leek het niet erg te vinden
QQleQ
HIJ PAKTE DE KROON ÒP
& STREEK OVER DE INGEZETTE EDELSTENEN
ALSOF DIT GEBAAR ZÍJN HERINNERINGEN NÒG LÉVENDIGER ZOU MAKEN?
¨OP DE DAG DAT IK ONTSNAPTE AAN M´N BEGELEIDER DIE ME NAAR ROME ZOU BRENGEN, KROOP IK DOOR DE MENIGTE TERUG NAAR ´T HUIS VAN M´N OUDERS.
´N OUDE MEID ZAT BIJ DE VOORDEUR TE KLAGEN OVER ´T ÒNGELUK DAT HAAR WAS OVERKOMEN,
OMDAT ZE NU NERGENS MEER NAARTOE KON?
IK BELOOFDE DAT IK HAAR BIJ ME ZOU HOUDEN ALS WE WAT VAN DE SCHATTEN
IN HET HUIS KONDEN VERKOPEN EN ´N PLEK KONDEN VINDEN
WAAR IK ME VERSCHUILEN KON!¨
´En díe nacht
sliep ik in ´n verstikkende opslagruimte in de sloppen van Antiochië.
Míjn ouders waren pas ´n máánd óverléden, maar ìk huiverde van òpwinding?
Ìk voelde iets wat je als Romein niet behóórde te voelen:
religieus òntzàg!
Ik weet niet waar ´t vandaan kwam!
Ik weet alléén nog dàt ìk dáár làg èn dàt ìk het gevoel hàd
dat mijn lichaam zou ontploffen door de koortsachtige verwachting?
Híj kwàm vóór míj!
Dàt vóelde ìk vanbìnnen?
Maar er gebeurde niets!
Ná mìddernàcht viel ik in slaap.
Ik weet niet hóe làng ik had geslapen,
toen ´n lìcht me wàkker maakte?
Ik was in verwàrring èn òpgewònden.
Ik sprong uit bed en gooide het ráám ópen!
Maar ´t wàs níet ´t lìcht van G d dat bìnnenstróómde.
De héle wíjk stond in brànd!
´t Ópen ráám lòkte de vlàmmen
en ik spròng àchterúit òm níet te verbrànden!
Ik was in paniek en rende naar de deur!
In de duisternis had ik de man die in de schaduw stond niet gezien,
maar nú blòkkeerde hij mijn vlùchtroute?
Vóór ik ´n gìl kon geven, zie hij:
¨KÌJK NÒG ÉÉNS!¨
Hij sprak heel rustig en ik kalmeerde wat.
Ik ging terug naar het ráám en het uitzicht wàs òp magische wíjze úitvergróót?
Ik kon zien dat de hele Stàd èn àlles dáárbúiten ìn vúúr èn vlàm stond!
De vlammen lekten tot aan de horizon!
¨DE WÉRELD STAAT IN BRAND!¨
zei ik met ontzag.
Toen realiseerde ik me iets.
Ik draaide me òm naar de vreemdeling,
die gekleed was in ´n witte mantel èn ´n gouden króón dróeg!
¨DÓE ÍETS!¨
riep ik úit. [blauw[
Ìk wìst mèt àbsolute zekerheid
dàt àlléén híj de wéreld kon rèdden!
Hij schùdde zijn hóófd!
¨MÍJN TÍJD ÌS NÒG NÍET GEKÓMEN!
MAAR ´N PÁÁR MENSEN WÉTEN ÀL WÈL VÀN MÍJN BESTÁÁN ÀF?!
KÍJK TÓE ÈN WÀCHT!
BEREID DE WÈG VÓÓR!¨ [oranje
Hij straalde zovéél líefde úit
dat ik op hem àfrènde òm hèm te òmàrmen,
hàrtstòchtelijker dàn ìk óóit hàd gedáán mèt mijn vader of móeder!
Mijn àrmen ráákten zijn lichaam níet,
maar òmàrmden ènkel lùcht?
Tóen wèrd ik wàkker!
Ònder ìnvloed van de Dróóm
rènde ik naar ´t ráám & góóide de blìnden ópen!
Búiten wàs slèchts de dònkere stéég?
Ik stóórde twee stráátkàtten
die vòchten òm ´n hàlf
òpgegéten ràt!´
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende