QQleQ BESCHEIDEN HERBERGEN, op z’n best simpele ‘b&b’-logementen zonder franje, die bedóeld waren om doodgewone reizigers ‘n onderdak te verlenen & hen ‘n eenvoudige maaltijd te verschaffen?! Op z’n slechtst waren ‘t onderkomens voor zeelieden, voerlui & slaven: de eigenaren van zulke etablissementen waren hèt onderwerp van een speciale wet in de Romeinse regelgeving, omdat gasten immers haast volledig en totaal aan Hèn waren úit- en óvergeleverd waren mèt àlle gevolgen vandien?! Íederéén haast tràchtte àls het ook maar éven kòn, díe herbergente vermijden; rijkere reizigers 🧳 en probeerden om zo dus nu te gaan overnachten bij vrienden of bij mensen die hen aanbevolen waren en de regeringsfunctionarissen of belangrijke personen liever al bij de burgemeesters of andere gemeenteambtenaren logeerden?! In onbewoonde gebieden lagen daarom de herbergen 🏨 strategisch ‘n dàg réizen vàn elkaar: ‘t Romeins Bestuur zorgde ervoor dat er langs minder drukke wegen, waar regeringskoeriers wel gebruik van maakten, óók herbergen kwamen! In de buurt van steden had ‘n reiziger wèl vrij veel keuzemogelijkheden, omdat er aan beide kanten van de weg, die naar de poorten liep, veel herbergen 🏨 náástelkaarlagen. Die herbergen langs DE WÈG hadden daarom dus niet alleen slaapzalen & -kamers, maar ook ‘n binnen- plááts voor de rijtuigen en stallen voor de dieren! Er waren ook herbergen 🏨 in zo’n stad, die geen binnenplaatsen of stallen hadden & die dááròm alleen onderdak konden verlenen aan de reizigers 🎒die te vóet kwamen. De welgestelde Lieden konden soms al wel zo’n 68 km per dag afleggen in reiswagens op vier wielen met paarden ervoor: omdat ze nog geen vering hadden werd men behoorlijk volkomen dóórelkaar~ geschud! ‘n Munt uit die vroege tijden, laat als een eerbewijs aan Livia, de vrouw van KÉIZER Augustus, laat al een carpentum zien: ‘n tweewielig rijtuig... Maar of ‘n herberg nu in ‘t midden of buiten de stad lag, de gasten konden er al op niet veel meer Rekenen dan een kléine kámer, die dan ook nog vaak gedeeld moest worden MÈT àndere reizigers! Zo’n Herbergier stopte zoveel mogelijk in ‘n Kamer als hij er ook maar in kwijt kon?! Er was nauwelijks meubilair: hoogstens ‘n bed of wat, plaats voor slaapmatten of ‘n kandelaar & ‘n piespot ofzo, dus ervaren reizigers inspecteerden ‘n slaapmat of -‘bed’ nauwkeurig, omdat bedluizen zó veelvuldig voorkwamen dat ze daarom Zó dus dan al bekendstònden onder de naam ‘zomerschepselen der herbergen’!!!! Zo was 🧺 ’t vaak ook nog steeds in de jaren zestig van de vorige eeuw tussen de Vale Ouwe & ‘t Vèrre Oosten via Israël en India, Hong Kong 🇭🇰, Khaba-rovsk, Siberia, Birobeidjan, Moskou, Charkov & ODESA... Tùssen Ommens kamp Erika/Erica en het Drentsch Vledder, Westerbork etceterara?!