Brief aan mijn lieve schat

Dit is een brief die ik op 31 juli naar mijn vriend gestuurd heb.

Dag lieve schat van me,

Het is nu donderdag 31 juli 2003 en het is ongeveer halfelf. Terwijl je op vakantie was is er veel gebeurd. En nee, niets goed. Ik wou dat ik kon zeggen dat ik een fantastisch goede vakantie heb gehad en dat ik veel plezier heb gemaakt, maar tot nu toe is dat er nog niet van gekomen. In plaats van het plezier heb ik een week in het ziekenhuis doorgebracht en is thuis, die ik dacht al een hel was, nog verergert. En waarom? Ik weet het niet. Het moet wel de stress zijn. Het moet wel… Ik hoop het. Ik hoop het echt!

Eigenlijk sterft er iedere dag een beetje van mij. Een heel klein beetje maar, maar toch. Vele kleine beetjes maken 1 groot geheel. Het is begonnen met dromen van mij kapot te maken, mij te introduceren in de harde realiteit van het leven, maar veel te vroeg. Daardoor kan ik niet vluchten, zoals anderen, in mijn dromen. Mijn gedachten dwalen constant af naar duistere oorden, waar ik misschien niet meer uit wil terug komen. Al bij al blijft mijn fysieke ik toch aanwezig.

Ik wou dat er een dag was, dat ik de slaap van mij kon laten afglijden en de zon groeten met een euforisch gevoel en ik naar beneden mag lopen en wordt begroet door lachende gezichten en een knuffel. Maar nee. De zon, die schijnt, maar als ik beneden kom gestrompeld, is er niemand. En als er iemand is, krijg ik toch weinig of geen respons op mijn goedemorgen.

Ik heb je verteld dat moeder zo een beetje heel erg boos was. Ik hoorde ze praten, nu ja, roepen, tegen mijn vader: Ze heeft alles wat ze wil en toch wil ze meer. Tja, materialistisch heb ik alles,maar ik zou veel liever een knuffel krijgen dan een nieuwe computer. Of gewoon een beetje begrip, en dat is tegenwoordig ver te zoeken.

Gelukkig zijn er nog altijd die mensen die proberen een onuitputtelijke bron van vreugde en geluk te zijn. Maar ik vrees dat op een dag dat niet meer genoeg zal zijn om mij gelukkig te houden. Ik merk zelf dat ik steeds meer depressief word, om een reden dat ik niet ken. Ik probeer toch zo mijn best te doen, en toch mislukt het. Mensen zeggen dat je zoveel kan worden als je zelf wil, ik wil zoveel en toch ben ik zo weinig. Ze zeggen dat je moet geloven in de kracht en de schoonheid van je dromen. Maar mijn dromen zijn al heel erg vroeg kapot gemaakt door wat men noemt mensen.

Maar zoals ik misschien al eens gezegd heb, zijn onze levens in elkaar verstrengeld, en moeten we daar iets van maken, hoe goed of hoe slecht ook. Dat geld niet alleen voor ons, maar ook voor anderen. Vroeger was ik egoïstisch en ambitieus, ik dacht enkel en alleen aan mijzelf. En toen kwam ik erachter, hoezeer ik van iemand kon houden, als die iemand er niet meer was. Dat is een keerpunt geweest in mijn leven. Is mijn leven het waard te leven, als je er pas achterkomt, als die iemand er niet meer is? Die vraag heeft mij lang bezig gehouden en toen heb ik besloten het anders aan te pakken. Het resultaat is nu te zien. This is me, now.

Maar langzaam aan gaat die iemand kapot van verdriet. Zulke mensen moet je normaal kunnen vertrouwen en op bouwen, en ik heb gemerkt, dat ik dat juist niet kan. Ze zeggen letterlijk: trek uw plan. En dat probeer ik ook. Maar toch doet het mij veel pijn, om te zien hoe anderen door ouders geliefkoosd worden. Vroeger, in de kleuterschool was ik altijd jaloers op de kinderen die hun moeder in de armen konden vliegen en een dikke knuffel kregen. Ik heb zoiets nooit gekregen. Ik kreeg een strenge blik die voor zich sprak.

Ik zou zo graag terug gelukkig zijn met ongedwongen lachen enzovoort. Maar hoe vergeet je als het verleden leeft? Elke dag?

Soms zijn er dagen, dat alles zeer goed gaat, zeer goed zelf en dat ik denk: goh, wat een geluk dat dit mijn familie is. Maar soms verafschuw ik ze. Hun manier van denken, hun marginaal handelen, hun manier van liefde geven.

De wereld is een uniforme massa dat de waarde van het individueel leven verloren doet gaan.

Vroeger toen ik klein was, was ik de pronkpop van la fam. Truant chez le beau monde. Ik heb altijd een rol moeten aannemen voor allerlei chique mensen. Ik was nooit wie ik wou zijn. Ik ben als het ware mijn eigen rust kwijtgeraakt en ik heb het nooit kunnen koesteren als bron van levenslust. De enige oplossing om de verwarring weg te dringen, waren mijn eigen ideeën en gevoelens verstoppen, want anders kreeg ik toch weer een pijnlijke reactie. Vanaf dan werd er een beetje van mijzelf vermoord. Stel je voor hoe een kinderhoofdje met zo’n verwarring probeert om te gaan. Je denkt dat ik misschien gewoon wat depri loop de kletsen, maar het deel in deze alinea is ook wetenschappelijk neergepend door een psycholoog die mij een tijdje gevolgd heeft. Ik zal je, ooit misschien, als ik er tijd voor vind eens het hele rapport tonen. Misschien kan jij hier ook over meespreken. Hoe intelligenter, hoe gevoeliger en hoe sneller je leugens doorhebt. Kinderen zijn door de band meestal goed geloofs, maar bij sommigen pakt dat nu net niet. Zulke kinderen hebben geen strengheid, maar verdraagzaamheid nodig. Telkens als je een beetje van je eigen idee wilt uiten, je eigen droom wilt waarmaken, wordt die meteen in de grond geboord door een volwassene. Momenteel voel ik mij bang, verward en eenzaam. Zoveel mensen om me heen, maar toch eenzaam. Tot enkele jaren geleden heb ik een vrij geïsoleerd leven gekend (weet je dat ik zelf nooit vriendjes of vriendinnetjes mocht uitnodigen thuis of na school ergens heen of naar een verjaardagsfeestje? Geen wonder dat ik geen vrienden had en gepest werd). Ik was gewoon om alleen op mij zelf terug te vallen, want mijn ouders, die hadden toch geen tijd. Als je alleen maar orders moet aannemen, is het leven dan niet zinloos langs de eisen van een ander? Soms, als ik heel erg probeer te relativeren denk ik dat mijn ouders jaloers zijn. Dat ik dingen kan en wil doen, die zij nooit konden. Ik heb geleerd dat niemand te vertrouwen is en ik heb mij verstopt en mijzelf emotieloos gemaakt. Elke pijnlijke opmerking maakte een dikker schild. Het leek alsof het mij niet raakte, maar vanbinnen ging ik steeds een beetje meer dood. Ik voelde me, en thuis voel ik mij nog altijd zo, gevangen in het onbegrip van de ander en het enige dat ik kan doen, is stil protesteren. Verward was, en soms ben, ik door de schijnwaarden van materiële overvloed en valse emotionaliteit van de kleinburgerij. En het meest van al ben ik nog verontwaardigd en hoe harder iemand roept tegen mij, hoe meer mijn hart gecompenseerd. Ik ben slim genoeg om te weten dat ik dit niet verdien en dat er anderen zijn die het nog slechter hebben, maar slim genoeg om te weten dat het niet normaal is en slim genoeg om te weten dat ik een beetje doodga, dag bij dag. Thuis probeer ik te protesteren tegen al die schijn en autoriteit, en dat is schijnbaar alles waar de maatschappij rond draait. Maar elk protest word de kiel in gesmoord met een beetje moord. Vanbinnen sta ik richting dood gekeerd, omdat dat leven mij liever lijkt. Thuis ga ik kapot van verlorenheid. Als niets dat je doet geapprecieerd wordt, en wordt verteld dat je niets goed kan, waaraan hou je je dan nog recht?

Wel voorlopig is dat nog de liefde van anderen, maar ik vrees dat op een dag alles mij teveel zal worden, en zelf dat niet meer genoeg zal zijn. Dat ik na een kort explosief bestaan zal oplossen en vergeten geraken.

We zullen zien wat de toekomst brengt en ik hoop spoedig op verandering anders gaat dit nog heel erg verkeerd aflopen. Ik heb maar dat gevoel… Waar ik mij niet goed bij voel. Ik kan enkel hopen op verandering, wie weet, naar het schijnt zijn wonderen de wereld nog niet uit, maar die droom is lang geleden, ook al kapot gemaakt.

Liefs & Luv Ya Allways
11 aug 2003 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Bitter Angel
Bitter Angel, vrouw, 36 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende