Wat ik leuk aan mezelf vind voor vandaag: mijn sleutelbeenderen ^^. Ik wist ook nooit dat zoiets bestond, maar sinds France heeft gezegd dat sleutelbeenderen sexy zijn, kan ik aan niks anders meer denken. Ik heb namelijk nog nooit een complimentje gehad over mijn sleutelbeenderen, dus zou niet weten of ze aan de veeleisendheid van France voldoen. Maar ik denk dat die van mij wel goed zijn. Ik heb natuurlijk geen vergelijkingmateriaal, maar aangezien ze erop wees na een verhaal dat voornamelijk over tieten ging, denk ik dat ze aan dezelfde eisen moeten voldoen als tieten. Ze moeten niet hangen, strak in het vel zitten, en niet over de vloer slepen. Dus sinds ik die definitie heb ingevoerd, ben ik heel tevreden met mijn sleutelbeenderen.
Leukste van vandaag: mijn Calculus docent is prettig gestoord, zoals het een wiskundige betaamt. Al weken vraagt hij aan iedereen die te laat komt of die jarig is. Waarom, is me volkomen onduidelijk. Waarschijnlijk heeft hij dan een plan om die persoon door de grond te doen zakken. Dat ie voor zichzelf moet zingen ofzo, voor de volle collegezaal met 150 man. Maar vandaag hadden we het laatste college, en vroeg hij wat we nog moesten doen dat laatste uur. Toen riep iemand: is er vandaag misschien iemand jarig? Dat vond de docent een goede vraag dus die nam hij over: “Is er vandaag iemand jarig?”
Dat bleek niet het geval, maar de zus van een meisje was wel jarig. En die zus bleek twintig te zijn, dus in mijn doelgroep. De docent kwam vervolgens met het idee om een blanco A4 rond te laten gaan, en dat we daar dan allemaal onze naam op zouden zetten om de zus te feliciteren. Mijn hersenen kookten natuurlijk over: ik moest iets opschrijven wat een glimlach op het gezicht van de mij onbekende zus zou toveren. Gewoon omdat dat leuk is. Toen het blaadje bij mij aankwam, had ik het bedacht. Ik zou een ontroerend gedicht voor haar schrijven, en dat zou als volgt gaan:
Rozen zijn rood,
Viooltjes zijn blauw,
Een getuige tegen Holleeder is dood,
En ik feliciteer jou.
Bella, Ciao,
Martin
Dus ik kalk dat op, lachend om mijn eigen grap en het feit dat verder iedereen zo origineel was om slechts zijn eigen naam op te schrijven. Ik geef dat blaadje door, en iedereen die nog na mij kwam, nog zo’n 50 man, heeft die onzin dus gelezen. Zo nu en dan hoorde ik eens een lach, een “moet je dit eens lezen!” en nog veel vaker “welke mafkees heeft dit opgeschreven?” Beetje een domme vraag, mijn naam stond eronder.
De klas vond het dus leuk, nu hopen dat de zus, die zoals gezegd in mijn doelgroep zit, ook moet lachen.
Ciao!