De Buitenbreker
Grote tegels tegen het raam gepleisterd,
De zon was voor een eeuw verbannen,
Stof verzamelde zich in de hoeken van de kamer.
Jij zat daar! Stil, onbewegelijk,
je blik naar de gesloten deur.
Wanneer zou je horen rinkelen?
Wanneer zou je zien?
Je zat daar
en zat...
en zat...
en zat...
Er waren geen bewegingen,
de ruimte was beton.
Geen kant kon je op.
Maar in je hand woog een koefoet.
Waarom blijf je zitten?
Waarom zoveel twijfel?
Een koefoet om te doorbreken.
Maar wat is je drempel?
De deur of de koefoet?
Met krakende botten stond je op,
klaar om te slaan,
klaar om te vechten.
Je sloeg!
De deur was broos
en het slot was zwak.
De koefoet had je nooit meer nodig
therapist, man, 41 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende