in mn hoofd zie ik de woordenstroom,
hij komt voorbij, soms snel soms sloom.
als ik de stroming ontladen wil,
blijft het toch verbazend stil.
de stroom zit vast,
de stroom is me tot last.
eruit wil de stroom niet,
als ik hem op wil schrijven, zorgtie dat je hem niet ziet.
het vreemde, onvertrouwde gevoel blijft zitten,
en ik kan wel op de stroom gaan zitten vitten,
maar hij luistert toch niet als ik zeg datie braaf moet komen zitten op de bank,
dus misschien moet ik maar stoppen met dit kattegejank.