denkend aan die zomer
zoveel jaren terug
de tijd stond niet stil
ging ze te langzaam of te vlug
waar zovelen over spreken
leek toen haast te gebeuren
maar zonder een sleutel
open je geen deuren
de dromen en verlangens
onbeantwoord van de andere kant
lieten de vlinders sterven
leeg was het beloofde land
weinig obstakels te bekennen
was er toch één teveel
het jaar was vroeg ten einde
met tranen en een brok in de keel