een begin, inleiding? :$

Soms heb ik echt van die vage ingevingen of ideeën, ik weet dan plotseling een begin van een verhaald. Ik schrijf het dan ook gewoon op en vergeet het weer. Ik vond net dit: omdat ik weer iets anders verzonnen had. Vraag me af wat ik er voor de rest bij verzonnen had verward

Voor dag nul


Het zou een onwijs gave vakantie worden. Twee weken met ze achten op een camping in Noordwijk. Niet te ver van huis zodat we terug zouden kunnen gaan als het mis zou lopen. Maar het zou niet
mis gaan. Alles zou alleen maar gezelliger worden. Het zou weer beter gaan tussen Alex en mij, vakantie vieren en bruin worden.
Bijna een jaar lang hadden we hier naar uit gekeken. Max was vorig jaar na de zomervakantie met het idee gekomen. Iedereen was meteen wild enthousiast geworden. We zouden er we hard voor moeten werken en allemaal heel lief onze ouders aankijken.
We gingen allemaal werken. Alex en ik solliciteerde allebei bij een cateringsbedrijf. We werden allebei aangenomen. Achter de grote tafels, waar we broodjes stonden te beleggen voor grote banketten, leerden we elkaar steeds beter kennen. Ik begon hem steeds leuker te vinden. Toen we bij Steffi thuis oud en nieuw vierden zoenden we voor het eerst. Sindsdien waren we een stel. In het begin waren we behoorlijk klef, maar al snel gaven we elkaar maar ruimte. Het ging hartstikke goed. Ik had een vriendje en het geld stoomde langzaam binnen.
Ondertussen treften we voorbereidingen voor de vakantie. Omdat een camping te duur bleek te zijn moesten we iets anders verzinnen. Heel even dachten we dat het niet door zou gaan, totdat Laura met de oplossing kwam. Haar opa en oma hadden een zomerhuisje in Noordwijk en ze vonden het goed als we die 14 dagen zouden gebruiken. De enigste voorwaarden waren dat we de water, gas en electriciteit rekening zelf moesten betalen en alles moest netjes achtergelaten worden als we weggingen. In de tuin paste een tentje. Zo pasten we met ze alle. Van de buren zouden we geen last hebben. Die gebruikten hun vakantiehuisje alleen in het voor- en naseizoen.
Tussen mij en Alex ging het niet zo heel goed meer, we dachten er nog niet aan om het uit te maken, maar we hadden wel steeds vaker ruzie. Ik maakte me geen zorgen. In de vakantie zou alles goed komen.
Ja als ik dit zo lees denk ik dat ik iets te veel van de hele vakantie verwachtte. Met 7 vrienden op vakantie kan ontzettend gezellig zijn en de band alleen nog maar sterker maken. Maar het kan ook ontzettend fout gaan, maar goed ik loop op de zaken vooruit. Laat ik beginnen bij het begin: Dag nul, de dag voordat we weg zouden gaan.



Dag nul

Het was vrijdag, de allerlaatste schooldag. We hoefden alleen nog onze rapporten op te halen. Toen ik, eigenlijk te laat, wakker werd, regende het pijpenstelen. Ik was nog niet eens echt wakker toen ik de regen al hoorde kletteren op het dak. Ik was meteen chagerijnig. Gehaast trok ik kleren uit de kast en rende naar beneden. Mijn broer was al weg. Mijn laatste hoop om droog en op tijd op school te komen verdween (Lars, mijn broer dus, heeft sinds kort zijn rijbewijs en een eigen auto). Tijd voor een regenpak had ik niet. Ik sjeeste door naar de schuur. Me fiets stond helemaal achteraan. Toen ik eindelijk me fiets te pakken had was het nog harder gaan regenen. ‘Waar kwam dat allemaal vandaan? Het was nogwel zomer!’
15 minuten later kwam ik doorweekt en te laat de klas binnen. Iedereen keer chagerijnig op. ‘Kom binnen, Noa, het is jammer dat het de laatste dag is.’ Mijn mentor keek me boos aan. ‘Sorry meneer Visser,’ zei ik en liep naar me plaats naast Jecsika. ‘Wat een chagerijn,’ bromde Jecsika. ‘Tis toch de laatste dag, wat zeurt die nou?’Ze glimlachte: ‘Morgen zijn we op weg naar Noordwijk. Heb jij je…’ ‘Jecsika zou je zo vriendelijk willen zijn en je mond houden?’ Meneer Visser keek boos onze kant uit. ‘Wat een eikel,’ zuchte Jecsika. ‘Zei je wat, Jecsika?’ Vroeg meneer Visser. Jecsika schudde haar hoofd. ‘Goed,’ zei hij, ‘waar was ik gebeleven? De rapporten..’ Ik hoorde hem niet meer. Langzaam droomde ik weg en dacht aan de vakantie. Met ze alle naar het strand, romantisch met Alex zonsondergang kijken, uiteten, feesten, zelf koken. Ik zag het allemaal voor me. ‘Noa!’ Verschrikt keek ik op. Meneer Visser stond met mijn rapport te zwaaien. ‘Hoe jij aan zulke goede cijfers komt is me een raadsel. Je zit zo vaak te dromen.’ Sarcastisch keek hij me aan. ‘Hij haat me,’ schoot er door me hoofd. Snel pakte ik me rapport aan. Het was wel waar ik had goede cijfers, maar opletten hoefde ik niet vaak. Echt leren deed ik ook nooit. Jecsika pakte me rapport. ‘Jemig weer allemaal achten en negens en zelfs een tien! Ik wou dat mijn rapport zo goed was.’ Jacsika had het veel zwaarder dan ik op school. Ze was blij als ze maar één onvoldoende stond op haar rapport.
‘Oke jullie kunnen gaan. Prettige vakantie.’ Iedereen stond zwijgend op. Ik wist bijna zeker dat iedereen hetzelfde dacht: ‘Hopelijk hebben we volgende jaar een andere mentor.’ Mr Visser was echt niet te genieten. Hij was vaak chagerijnig, hij deelde graag na-kom-briefjes uit, hij maakte vaak snijdende opmerkingen en zo kon ik nog wel even doorgaan.
Op de gang kwamen Jelle en Steffi aanlopen. ‘Wat een flut weer,’ zuchte Jelle, ‘hopen dat het morgen beter weer is.’ We knikten instemmend. Max en Alex kwamen er bij staan. Ik probeerde Alex een zoen te geven, maar hij deed net alsof hij het niet zag. ‘Don’t worry, morgen begint de vakantie, dan kom het allemaal wel goed,’ dacht ik.
Vanuit me ooghoek zag ik Laura en Joram aankomen. Laura leek behoorlijk gehaast. Toen ze ons zag staan keek ze verbaasd. ‘Zijn jullie al klaar met inpakken en voorbereiden?’ Vroeg ze verbaasd. Aan de draaiende ogen van Joram te zien hoorde hij dit al een hele morgen aan. ‘Nou ik ben nog niet klaar,’ zei ze, ‘ik zie jullie morgenochtend om tien uur bij mij voor de deur.’ En weg was ze. Eigenlijk moest ik ook maar eens gaan. Ik moest van alles inpakken en kopen. Ik zei de rest gedag en liep in gedachten verzonken naar buiten. Het regende nog steeds keihard. Het was echt te hopen dat het morgen beter weer zou zijn.
Het huis was verlaten. Lars zou het begin van zijn vakantie wel aan het vieren zijn met vrienden. Het lichtje van de voicemail knipperde. Dat was vast mijn moeder om te zeggen dat ze later thuis kwam. De laatste tijd werkte mijn ouders vaak tot laat en moesten Lars en ik het zelf maar uitzoeken. Ik zou zo wel luisteren eerst moest ik droge kleren hebben, anders zou ik morgen ziek zijn.
In gedachten somde ik de dingen op die ik moest meenemen en die ik nog moest kopen. Ik was de week daarvoor al begonnen met inpakken. Dat gaf een vakantiegevoel en minder stress. Ik moest zo ook Joram nog even bellen. Joram was al een vriend van mij sinds de peuterschool. We kenden elkaar door en door. Als we met ze tweeën waren hadden we altijd plezier. Voor deze vakantie zouden we iets speciaals, raars, geks, origineels kopen. Dat moesten we vanmiddag nog even doen. De laatste kleren moesten in me tas en ik moest ergens een slaapzak vandaan halen. ‘Eerst droge kleren,’ zei ik tegen mezelf.
Beneden hoorde ik de telefoon overgaan. Ik rende naar beneden. Het was Joram. We spraken over een uur af in de stad.
Veertig minuten later stond ik weer in de schuur. Het was even gestopt met regenen. Ik hoopte dat, als ik snel fietste, droog in de stad zou aankomen.
Vijftien minuten later stond ik te wachten op Joram. Het was niet droog gebleven onderwerg en ik had het nu vreselijk koud. Mijn zomer gevoel was totaal verdwenen. Het leek wel herfst!
‘Hey.’ Joram stond ineens achter me. ‘Stond je hier al lang?’ Ik schudde van nee en gaf hem een dikke knuffel. We liepen richting het centrum. ‘Heb je al een idee wat we kunnen kopen?’ Vroeg Joram. Ik haalde me schouders op. Ik had er al over lopen nadenken, maar ik had niet echt inspiratie gehad. ‘Ik heb echt een geweldig idee,’ zei Joram, ‘kom mee dan zal ik het je laten zien.’ Hij pakte me arm en trok me een donker ziend winkeltje in. Even later stonden we buiten met 8 pakjes en had ik de slappelach. Niet alleen het idee van Joram was lachwekkend geweest, ook de verkoper die ons vreemd had staan aankijken was erg grappig. ‘Zullen we nog wat gaan drinken?’ Vroeg Joram. ‘Nee,’ zei ik, ‘ik moet nog veel te veel doen.’
‘Oke dan zie ik je morgen.’ Joram gaf me een knuffel en begon richting huis te lopen. Hij woonde in het centrum, in een groot herenhuis. We plaagden hem er wel eens mee; een groot huis voor een grote jongen. Joram was namelijk bijna twee meter en bovendien ook breed. Ik vond hem trouwens ook erg knap en ik was niet de enigste. Ik wist zeker dat er menig meisje droomde over zijn blauwe ogen en donker haar. En Joram? Die wist maar al te goed dat hij er goed uitzag. Hij maakte er dan ook goed gebruikt van. Hij had zoveel vriendinnen gehad, dat ik ondertussen echt de tel kwijt was. Anyway jullie zitten niet te wachten op een verhaal over Joram zijn vriendinnen, maar onthoud goed wat ik net heb verteld.

Toen ik thuis kwam was ik door en door koud en had ik behoefte aan een warme douche. Nog steeds was er niemand thuis. Ik dumpte me spullen en keek of we nog diepvries maaltijden hadden. Ik vond alleen pizza. Dat was ook goed. Ik haalde ze vast uit de vriezer, dan konden we ze zometeen meteen opwarmen. Daarna gaf ik mezelf de beloofde douche en bleef een half uur onder het warme water staan.
Warm, droog en vrolijk pakte ik de laaste spullen in. Het zou hartstikke leuk worden en ik had geen zin om mijn vakantie te laten verpesten door een beetje regen.
Even later plofte ik in pjama, met pizza, op de bank voor de tv.
06 mrt 2005 - bewerkt op 03 jun 2005 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van faceless
faceless, vrouw, 36 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende