Een sprookje voor Manoa* [12]
Maandag 19 februari 2007
Wat is een sprookje zonder prins en een gemene stiefmoeder? We ontwaken van een luide bel op de overloop. We worden geacht onszelf zo snel mogelijk aan te kleden en rechtop voor onze deur te gaan staan. De stiefmoeder inspecteert onze nagels, tanden en pantykousen. Dan mogen we aan het werk. De balzaal moet er keurig uitzien, want de stiefmoeder zal vanavond gasten ontvangen. De balzaal is zeer groot en aangezien we slechts één Swiffer-stick bezitten, is een van ons gedoemd op de knieën te gaan. Onze stiefmoeder is erfgename van een oud SS'er, die aanvankelijk beweerde niets met de oorlog te maken te hebben. Na zijn dood is zijn huis, inclusief de helft van zijn fortuin, naar zijn afzichtelijke nicht gegaan. Wij hebben een kleine zolderkamer tot onze beschikking, waar we het grootste deel van onze tijd vertoeven.
Als de vloer er keurig en glimmend uitziet, kloppen we onze rokken en gaan naar de prachtige tuin om even de geur van verse bloesem op te snuiven. Het is vroeg in het jaar, maar de lente begint al duidelijke vormen aan te nemen. We mogen jurken lenen van onze stiefzuster, die al enkele weken op tournee is, om er vanavond als keurige bediendes uit te zien. We haten het hier niet, maar het leven was zo veel beter geweest als we zelf alles hadden kunnen bepalen. Nadat we ons in de stijve jurken hebben gehesen, bespuiten wij elkaar met de duurste parfums. Omdat wij blijkbaar te veel lawaai maken, komt onze stiefmoeder in de deuropening klagen. Voor straf moeten wij tot de avond op onze kamer wachten. Wij filosoferen over de belangrijke gasten die zullen komen en vooral over de 'zoon' die volgens onze stiefzuster een 'hottie' moet zijn. We giechelen en we zijn nieuwsgierig naar wat de avond zal brengen.
Wanneer de tijd daar is, betreden wij de luxe ingerichte keuken om allerlei hapjes te bereiden. Omdat de catering vaak niet precies het voedsel levert waar onze stiefmoeder om vraagt, heeft zij beslist dat wij het voortaan moeten verzorgen. Om onze jurken niet vies te laten worden, dragen we grijze katoenen schorten. Wanneer wij de gasten hebben binnenkomen, lopen wij op de meest charmante manier de woonkamer in. Voordat we de hapjes hebben kunnen presenteren, merken wij dat de 'zoon' vreselijk hard begint te lachen. Ook de andere gasten kijken vreemd naar ons op. De stiefmoeder beveelt ons rechtsomkeert te maken en direct naar onze kamers te vertrekken. Pas als wij boven komen, begrijpen wij wat er aan de hand was. Onze schorten hebben we omgelaten, met de meest onmogelijke etensvlekken erop. Eigenlijk kan het ons weinig schelen. De 'zoon' was toch maar een viezerd. Na nog uren gepraat en gegiecheld te hebben, laten we ons uitgelaten op bed neervallen. Prachtige dromen wisselen elkaar af en we zien op tegen de morgen; de morgen van wakker worden in een oude, bekende omgeving. We blijven slapen.
Jeananas, vrouw, 35 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende