Flashback 1_
"Na mijn afspraak, wil ik meestal direct vertrekken, zo ver mogelijk van de plaats delict vandaan."
Zo gezegd, zo gedaan, want het wàs me toch een bende geworden, daar in Den Haag. Geeft niks, ik ben het gewend. Maar ik vlieg wel als een speer over de snelweg, weg van die plek. Ik ga naar Terneuzen, om er te rusten en er de nacht door te brengen, want morgen wacht een klusje over de grens, bij onze zuiderburen. Na de energie-uitbarsting in Den Haag, en door het monotone gezoem van het rijden op de kalme, bijna lege weg, word ik wat loom. Ik denk er aan, dat ik een hekel heb aan files. Ik besluit dat het altijd maar zomervakantie moet zijn, want er is geen file te bekennen. Zomervakantie. Dat woord doet me denken aan mijn eigen vakantie, nu bijna twee maanden geleden.
Ik werd wakker. Ik wist even niet waar ik was. Ik zag bijna niks, toen ik rondkeek. En plotseling wist ik het weer. Ik lag in een slaapzak. Naast me lag Monica, ook in een slaapzak. Samen lagen we in een klein lichtgewicht tentje. Het tentje hadden we vanmiddag opgezet op een klein plateau, ergens in de Franse Alpen, op een hoogte van iets meer dan 2 kilometer. Maar nu was het nacht. Heel even vroeg ik me af waarom ik wakker was geworden. Maar ik wist het antwoord al, voor ik de vraag aan mezelf had afgemaakt. Ik moest erg nodig plassen. Zo stil als ik kon, ritste ik mijn slaapzak open. Ik deed hetzelfde met de tent. Voorzichtig kroop ik uit de slaapzak en de tent en toen was ik buiten. Ik draaide me om, pakte mijn t-shirt met lange mouwen, trok deze aan, want het was best wel fris! Ik stond op en liep om de tent heen. Iets verderop legde ik een flinke plas neer.
Toen ik mijn strakke boxer weer over mijn billen enzo had getrokken, draaide ik me om. En ik had me toch een fantastisch uitzicht! Ik zag de zwarte silhouetten van de bergen in de verte scherp afsteken tegen de diepblauwe hemel, die bezaaid was met fonkelende sterren, en dat alles flink opgeleukt door het bleekgele licht, afkomstig van de grote bol, die wij de maan noemen. Er moest een donkere wolk van de maan afgeschoven zijn, want op de heenweg naar mijn plasplek, had ik dit tafereel nog niet gezien. Monica. Monica moest dit ook zien!
Ik schudde. Niks. Ik schudde nog een keer, gaf een zoen op haar zwarte haren. Niks. Oh, toch. Wat gekreun. Ik schudde nog eens en gaf haar weer een zoen. "Dit moet je zien," zei ik, "zo mooi!". Ze keek duf naar me op. Ik kon aan haar nog kleine ogen niet zien of ze deze actie van mij waardeerde, of niet. "Kom mee naar buiten," fluisterde ik, "ik wil je iets laten zien."
Even later stonden we beiden bewonderend te gapen naar het uitzicht. Met Monica erbij werd het plaatje er niet slechter op. Ik keek naar de lichtbruine huid van haar blote armen, schouders en een gedeelte van haar rug. Ze droeg een zijden topje, met van die spaghetti-bandjes. Erg mooi, maar veel te koud op een zomerse nacht in de Franse Alpen op die hoogte. Ze had dan ook overal kippenvel op haar normaal zo gladde huid. Ik stak mijn hand uit en streelde haar blote huid. Ze rilde en kwam dicht tegen me aan staan.
Ik schrik op, want het wordt ineens donker. Ik besef me dat ik zojuist de Westerscheldetunnel in ben gereden. Ik wil graag verder met mijn gedachten aan Monica in de Franse Alpen. En hoe we het later niet meer koud, maar juist heet hadden. Maar ik moet zo het hotel gaan zoeken, waar ik voor een nachtje neerstrijk. Dus een beetje concentratie is wel handig.
Crash, man, 48 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende