Liefdesverdriet
en ik wacht en ik wachtte,
tot hij eens naar me lachtte.
mijn hand in de zijne
dat was nu net het fijne,
dat me werd afgenomen.
Ik begin voorzichtig te dromen.
dromen over mooie tijden,
die nu stilletjes overlijden,
een voor een met een helse pijn,
moeten ze dood, moeten ze weg zijn.
m0i