mijn zus
wie is zij?
is zij blij, moeten wij ook blij zijn.
is zij boos, dan moeten we uitkijken.
elke dag geeft ze me weer koppijn.
je kan niet veel dan alleen toekijken.
niemand begrijp het, behalve wij.
ze word niet geaccepteerd door de maatschappij.
en soms ook niet door mij.
soms herken je haar niet terug.
ze schreeuwt tegen je, om zoiets kleins als je gekuch.
"niet afspreken met vrienden.
je moet voor haar zorgen.!"
"gedraag jullie niet als twee geliefden,
voelt de zus, van dat meisje naast je, zich wel geborgen?"
ik heb haar nooit wat aangedaan
en heb altijd voor haar klaargestaan.
zij ook voor mij.
maar dat is nu allemaal in het verleden.
dat lijkt alweer zo lang geleden.
het is nu allemaal anders.
en niet duidelijk voor omstanders.
niet duidelijk voor mij.
het ene moment is ze vrolijk, het andere moment leeft ze in razernij.
zo gaat het bij families.
buiten zijn ze vrolijk en blij.
maar binnen is het net een woestenij.
je denkt dat je jou vrienden en buren kent.
omdat je ze zo af en toe is ziet in het weekend.
maar stiekem zijn we allemaal vreemden voor elkaar.
de een heeft het misschien moeilijker dan de ander, misschien wel heel zwaar.
het klinkt raar, maar het is waar.
niet elk gezin is perfect.
maar alles is goed met een laag stof bedekt.
en ist wat?