Gewoon...
Ik laat mijn gedachten de loop gaan, ik laat ze me mee slepen. Me mee slepen naar een plek die ik zelf niet ken, waar ik zelf nog nooit geweest ben. Een plek waar ik eigenlijk niet zou willen komen, waar alles zit wat ik eigenlijk niet wil weten. Maar om volledig eerlijk tegenover mezelf te zijn, moet ik die kant op. Hoeveel pijn, verdriet, tranen of misschien zelfs vreugde me dat zal geven. Ik moet er heen, ik heb het verdiend om het lot weer in eigen handen te nemen. Om mezelf weer te zien zoals ik daadwerkelijk ook ben. Om weer te doen wat ik ook echt leuk vind om te doen. Na enkele jaren weer voor mezelf verantwoordelijk zijn, nu echt voor de gehele honderd procent. Niet mijn leven laten leiden door een ander, niet de ander mij de keuzes in de mond leggen. Gewoon zelf een keuze maken en dan zien hoe het uitpakt, zien of het de goede keuze was. Of het, het goede pad is wat ik genomen heb. Wat ik voor lange tijd ook weer zal moeten volgen. Een ander kan niet meer voor mij beslissen zodra ik deze weg ben uitgelopen. Zodra ik naar de plek ben gegaan die ik nodig heb om mezelf her te vinden. Om uit te zoeken wie ik ben, hoe ik ben en waarom ik zo ben. Waarom ik zo doe.
Keuzes waren voor mij gemaakt, dingen waren mij opgedrongen. En toch kan ik niemand de schuld geven, ik kan niemand de schuld geven van alles wat ik ooit gedaan heb. Ik ben degene die het gedaan heeft, ik ben degene die ja heeft gezegd. Niemand kan ik verantwoordelijk stellen voor mijn daden. Niemand kan mij ook vertellen waarom ik het gedaan heb. Niemand kan mij uitleggen wat mij in de tijd tot die keuze heeft gebracht.
Ik sluit mijn ogen en zie de dingen om me heen. De dingen die me altijd bij zullen blijven, die niet uit mijn fotografisch geheugen zullen verdwijnen. Mensen die me dierbaar zijn, dierbare personen die ik verloren heb, dingen die me gebeurd zijn, alles wat ik niet kan vergeten. Alle beelden die ik ook niet wil vergeten. Ik kom ze tegen en bij sommige schrik ik. Tot ik bij een deel van mijn leven kom waar ik dusdanig erg van schrik, dat ik weer terug ben in de realiteit. Voor vandaag is het genoeg, voor vandaag heb ik genoeg gezien. Voorlopig hoef ik niet meer terug naar wie ik ben en waarom ik zou ben. Eigenlijk is het ook onzin dat ik daar heen wil, want ik weet wie ik ben. Ik weet hoe ik zo ben geworden en waarom ik zo ben. Althans dat denk ik, dat wil ik weten, want die scheur wil ik niet optrekken. Die wil ik voor altijd gesloten laten, maar ik weet. Dat als ik terug ga naar de kern van mijn bestaan, naar het alles. Dat ik daar voorbij moet, dat ik dat moet zien en accepteren. Want ondanks dat het een litteken is geworden, heb ik het nog geen plek gegeven. Kan ik er nog niet over praten of denken zonder het huilen en stotteren. Ik kan er nog niet over denken met mijn ogen open, ik kan er nog niet over praten. Ik negeer het. Het is eenmaal verteld, het is eenmaal genoeg geweest. Dat doe ik niet meer, ik vertel het niet meer. Ik negeer het onderwerp, ik negeer het helemaal. Ik negeer alles wat ermee te maken heeft.
Aaaaahh!!" Ik sta midden in de zware regen, midden in een bos. Mijn longen uit mijn lijf te schreeuwen, er voor te zorgen dat alles weggaat. Ik wil dat alles op houdt, dat alles stopt. Ik wil ermee stoppen, het is voorbij. Het gaat niet meer, alles is voorbij. Mijn hele leven is verneukt met alle dingen die ik tot nu toe heb gedaan en/of die zijn gebeurd. Ik kan niet meer, ik schreeuw nog een keer. Ik wil niet meer, het stoppen, het beginnen weer, het maakt allemaal niks meer uit. Het zal altijd een drama blijven, het zal nooit goed zijn. Ik zal nooit de vrede vinden die ik op dit moment nog niet wil, maar wel heb. Maar als ik hem nu los laat, heb ik hem zometeen niet meer. Als ik hem nodig heb. Ik schreeuw nog een keer keihard. Mijn kleren zijn doorweekt, mijn tranen rollen over mijn wangen. Maar ik weet dat ik me zometeen beter zal voelen, althans ik hoop het. Een lange tijd heb ik al mijn gevoelens onderdrukt, heb ik alle signalen genegeerd. Heb ik gedaan alsof alles oky was, tegen iedereen. Waarvoor? Waarom? Waarom heb ik me anders voor gedaan? Omdat iedereen hoopte dat ik het zou doen? Dat ik eindelijk volwassen werd? Dat ik een slechte tijd achter me kan laten? Namens iedereen was het een goede beslissing, dus heb ik het gedaan. Maar ik heb niet naar mezelf geluisterd. Waarom? Waarom kan ik niet naar mezelf luisteren? Waarom kan ik mezelf niet vertellen wat er is? Waarom weet ik niet wat ik wil? Of weet ik ook niet waarom ik dingen doe? Ik weet op dit moment helemaal niks, alleen dat er iets niet klopt. Ik mis iets, ik ben iets kwijt. Maar er is geen mogelijkheid dat ik het vinden ga of terug krijg. Want ik weet niet wat ik mis, ik weet niet wat ik op dit moment kwijt ben. Ik zou allemaal dingen willen doen om daar achter te komen, maar dat zou ik dan allemaal kwijt raken. Ik weet niet of me dat het waard is, ik weet niet of dat juist is wat ik wil. Waarom blijf ik alsmaar twijfelen? Waarom kan ik niet gelijk een beslissing nemen? Waarom ben ik op dit moment zo bezig? Het geschreeuw gaat door, maar het lost niks op, het doet niks. Alleen mijn emoties gaan uit mijn lichaam, mijn gevoel verdwijnt alleen. Maar ik moet zelf stappen ondernemen, om te kijken wat ik wil en hoe ik het ga aanpakken. Op dit moment zou ik niet weten wat ik wil, op dit moment weet ik ook niet hoe ik het wil. Ik weet dat het allemaal mijn schuld is, ik had mijn gevoel niet moeten onderdrukken. Ik had moeten doorzetten wat ik wilde, maar ik was in de tijd ook hulpeloos. Ik wist het toen ook niet, nu weet ik het wel. Iets wat ik al een hele lange tijd weet, iets waar ik iets mee had moeten doen. Maar ik wilde het niet geloven, ik wilde het niet weten. Maar toch, nu weet ik het, nu moet ik er iets aan doen. Maar ik wil op dit moment mijn geluk niet wegnemen, mijn glimlach voor de dag. Mijn moment, mijn alles, mijn hart en ziel. Maar mijn geluk word wel steeds minder als ik op deze voet doorga, ik zal er iets mee moeten doen, maar wat. Het geschreeuw lost voor mij niks, ik zal zelf de oplossing moeten vinden en deze ook moeten toepassen. Met tijd komt raad, zeggen ze, laten we hopen dat dat ook deze maal werkt. Met een diepe zucht, schreeuw ik nog een keer alles uit mijn longen, ik haal nog een keer alles te voorschijn. Zodra ik mijn mond sluit, draai ik me om en begin naar huis te lopen.
Met tranen in mijn ogen draai ik me om, ik kijk hem nog een keer aan. Ik neem het nog een keer goed op, zodat het voor de rest van mijn leven op mijn netvlies gebrand zal zijn. Nog een keer, nog een laatste keer wil ik zijn geur in me opnemen. Nog een laatste keer wil ik met hem de liefde bedrijven, nog een laatste kus, een laatste zoen. Nog een laatste knuffel, een laatste grap. Een laatste keer zijn lach, zijn geschreeuw, zijn stem. De laatste keer zijn babbels horen, alles voor de laatste keer. Mijn tranen rollen langzaam over mijn wangen, terwijl ik hem voor de laatste opneem. Hij doet niks, hij staat daar en doet niks. Hij kijkt me aan en zijn ogen spreken van alles. Zijn ogen nemen me op, voor hem ook de laatste keer, voor hem zal dit aanzicht ook voor de laatste keer zijn. Zijn ogen zijn droog, geeneens een klein stukje sprake van verdriet of spijt. Dat hoeft ook niet, hij hoeft geen spijt te hebben. Het enige wat hij voelt is verraad. Verraad door zijn eigen vriendin, door zijn leven en toegewijd. Hij gooit me mijn jas toe en vraagt om mijn sleutels. Dat is het laatste wat hij tegen me zegt, dat is het laatste wat hij doet. Met tranen in mijn ogen pak ik mijn jas op en gooi de sleutels naar hem toe. Hij opent de deur en loopt weg, naar de tuin om te roken. Ik pak langzaam mijn spullen, in de hoop dat hij terug komt van zijn beslissing, dat hij het me zal vergeven. Als hij klaar is met roken ben ik nog niet weg, hij pakt mijn spullen en gooit ze uit de deur. "Ik hoef je nooit meer te zien!"
Met die woorden duwt hij me zachthandig uit de deur, ik blijf alleen achter in de regen. De tranen lopen nu sneller over mijn wangen, het is voorbij. Zojuist was de laatste keer dat ik hem mocht zien, dat laatste keer dat ik zijn stem heb gehoord. Van alles van hem de laatste keer. Veel van mijn spullen laat ik liggen, met een kleine rugzak, een vuilniszak vol kleren, een reistas en mijn handtas begeef ik me richting het station. De tranen blijven stromen, mijn haar plakt tegen mijn gezicht. Alles doet pijn, ik ben moe, ik ben kapot en ik heb het allemaal zelf verpest. Ik heb er zelf voor gezorgd dat het nu zo ver heeft kunnen komen. Ik ga onder een afdakje staan om te schuilen en een sigaret te roken. Zonder dat ik het door heb, draai ik me richting het huis, waar mijn spullen nog voor liggen, in de regen. Langzaam zie ik de deur open gaan en hem naar buiten stappen, hij ziet mij niet. Hij kijkt treurend naar de spullen en begint ze langzaam naar binnen te brengen. Nadat hij de laatste zak heeft gepakt, besluit ik mijn weg voort te zetten, hij zag er zielig uit. Ik heb zijn ziel echt gebroken, tegelijkertijd met zijn hart. Alles wat hem lief was, heb ik hem afgenomen, zijn beste vriend, mezelf. Alles.
Ik voel mijn mobiel trillen, ik heb een smsje ontvangen van hem "je spullen kan je morgen ophalen, als het droog is. Geef ff een tijd door, dan kan ik zorgen dat ik weg ben" Het is dus echt voorbij, het is dus echt over. Mijn spullen mag hij houden, teveel doe me denken aan hem, aan de tijd die we hadden. De tijd dat we gelukkig waren en samen waren. Waar we onze wereld voor elkaar hadden geschapen, althans dat dachten we, wij waren voor elkaar gemaakt. Niks van dit alles is waar, het waren boeken die we voor onze kop hielden. We dachten dat alles goed en mooi was, maar dat is niet zo. We waren niks van elkaar, we zijn nu niks meer van elkaar. Ooit waren we dat, ooit waren we twee handen op een buik. Mijn mobiel gaat en ik neem langzaam op nadat ik het nummer heb herkend. Langzaam pak ik mijn spullen en begin terug te lopen, de deur is al open, mijn spullen staan nog in de gang. "Ga morgen maar lopen, als er goed weer is." Een trainingsbroek word opgegooid, een dikke trui en een luchtbed word opgeblazen. Nee, wij zijn niks meer van elkaar, we zijn voorbij en verleden tijd. We staan er beide weer alleen voor, helemaal alleen.
Sinds een paar dagen maakt mijn hoofd geen overuren meer, denkt ze niet meer na over allerlei onzin. Mijn hoofd denkt niet meer, het doet bijna niks meer, behalve wat woorden uit mijn mond laten komen, een paar geurtjes overnemen, geluiden waarnemen e.d. Dat is alles wat ze nog doet, dat is alles wat ik nog doe. Ik ben leeg, ik ben kapot. Ik was gestressed, ik had veel aan mijn hoofd, nu helemaal niets meer. De hele wereld ligt open en bloot voor me, maar ik kan er niets mee. Ik kan de plekken nu niet meer bedekken, of mijn ogen sluiten voor al het geweld e.d. wat ik voor me zie. Ik kan niets. Ik kan mezelf alleen omdraaien en terug kijken naar het verleden wat ik gedaan heb en hoe. Hoewel ik weet dat, dat ook niet altijd de bedoeling is. Dat ik me moet richting op de toekomst, dat ik moet kijken wat ik wil doen en hoe ik het wil gaan aanpakken.
Maar hoe kan ik iets bekijken? Hoe kan ik iets beslissen? Hoe kan ik ervoor zorgen dat ik daadwerkelijk mijn droom na jaag? Hoe kan ik ervoor zorgen dat ik mijn weg zal vinden? Dat ik mijn plek weet te vinden in de maatschappij? Dat ik zometeen daadwerkelijk ben wie ik wil zijn? Ik heb al wat bereikt voorheen, ik heb al veel dingen gedaan waarvan ik nooit dacht dat ik ooit het lef zou krijgen om die dingen te doen. Om het daadwerkelijk te doen zoals ik het wil hebben, om daadwerkelijk mijn eigen gang te gaan. Soms zijn er mensen die het niet met mijn manier van leven eens zijn. Ze accepteren niet de manier waarop ik het prettig vind, ze respecteren mijn manier van doen en laten niet. Toch is het wel mooi om met hun in contact te zijn, om hun blik op het leven te ontdekken, om te kijken hoe zij het leven zien en leven.
De 'producten' in mijn tas, maken het allemaal niet echt makkelijker voor me. Het gemis, de liefde, het leef, de tranen, alles wat er in zit is een deel van mijn leven. Is een hoofdstuk van het boek, een nieuwe pagina vol geschreven. Het boek wat de rest van mijn leven in de tas zal blijven. Wat de rest van mijn leven een rol zal spelen. Wat terug te bladeren valt in mijn gedachtes, wat ik daar terug kan vinden. Het boek wat toch telkens onbewust weer wat dikker word, waar alles in komt te staan. En alleen ik zal beslissen wat ik terug wil kunnen vinden en wat niet. Wat ik op welke pagina zal zetten. Alle dingen die ik wel of niet wilden doen, zullen daar in staan. Alles, alles van mijn hele leven, mijn hele biografie vind ik daar. Toch bevalt deze manier van het leven leven mij heel erg, hoewel sommige het niet hun manier vinden. Vind ik langzaam mijn weg tussen het leven, plezier, werken e.d. Langzaam zal ik mijn eigen pad voor me uit tekenen, zal ik weten welke afslag ik wil nemen. En waar ik heen wil, soms met een snel tempo, soms weer iets langzamer. Soms zal ik lang stil staan bij dingen, soms zal ik er snel over heen stappen zonder het zelf aan te kijken of op te rapen. Niet alles kan ik voorspellen, niet alles kan ik zien aankomen. Sommige dingen gebeuren voor ik er bij na kon denken, voor ik weet wat ik überhaupt gedaan heb.
Zoals veel mensen zeggen, je weet pas wat je mist als het er niet meer is, dat zal ik langzaamaan ook in de praktijk leren. Daar ben ik al mee bezig, dat weet ik al hoe dat voelt. Maar nu pas besef ik dat ik weet hoe het voelt en waarom het zo voelt. Ik zal leren hoe ik het een plek kan geven, hoe ik mijn schaamte, spijt, verdriet, vreugde en tranen daarvoor kan wegstoppen. Dat ik zal weten hoe het is om je hart gebroken te zien worden, hoe het is om je ziel gescheurd te hebben. En dat de lijm niet zo snel op wil drogen, sommige lijm droogt geeneens meer. Maar dat, dat is iets wat ik niet meer hoef te leren. Wat ik niet meer hoef te weten, wat ik niet meer kan leren. Want mijn lijm sluit nooit helemaal, dat plakt nooit helemaal. Er zal altijd ergens een scheur blijven, er zal altijd ergens een plak zijn voor vergevenis. Voor terug keer naar hetgeen wat ik zo dusdanig heb gemist. Voor hetgeen wat ik niet graag kwijt raak, maar ondanks dat toch is gebeurd. Hetgeen waarvan ik niet wist dat ik het zou missen, maar het toch doe. De lijm, die zal nooit drogen, die zal nooit mijn scheuren helen. Mijn scheuren die nooit genezen zullen, die altijd zullen blijven bestaan. En met een beweging, met een woord, met een gedachte, met alles een keer, kan de scheur zo weer open zijn. Dan kan het zo weer gebroken zijn, kan het zo weer over zijn. Maar dan alsnog zijn de scheuren niet helemaal gesloten, er zal altijd een kier zijn. De kier die ervoor zorgt dat mensen vergeven kunnen worden, maar niet vergeten. Dat ik de mensen zelf niet kan vergeten, dat ik mijn gevoelens heb zoals ze zijn. Dat ik ben zoals ik ben en wie ik ben. De scheur die ervoor zorgt dat ik soms weer in mijn eigen val terug loop, dat ik weer keihard op de vloer val om weer terug te zijn bij mijn gescheurde hart.
^LadyE
ladyE, vrouw, 35 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende