ja, ik heb een
fiepen het is geworden...
...
LUCIFERSheb me er net een uurlang mee vemaakt en toen was het doosje op
nou, het gaat dus zo; je zet zo'n lucifer met het "branddingkantje"
moet ik toch maar even op wikipedia opzoekenop dat "aansteekstuk"
ook even op wikipedia opzoeken hoe ze dat noemen en dan druk je erop met je duim, zodat 'ie tegen het doosje wordt aangedrukt. En dan zoals je ook knikkers schiet, tegen dat ding aan... dan gaat ie aan én vliegt 'ie weg.. slaat helemaal nergens op, maargoed, wel supergrappig
(afwijkende intresse in een bepaald onderwerk, zie wikipedia)
Maargoed, één zo'n ding was op een gegeven moment geen uitdaging meer. Dus toen gingen we bommetjes maken, eerst tien, toen 15 en toen 21, met recht de naam
bommetjes, want het waren echt
vuurballen. Bij die met 21 schoot ik 'm per ongeluk de boom van de buren in, gauw cola eroverheen en toen stopte de fik gelukkig weer
dus toen bedachten we dat het slimmer was als we het plein opgingen, daar stonden niet zoveel bomen.
Bommetje van 30,
whoeejj, die ging echt mooi!!! Toen was het doosje op, dus zijn we maar naar binnen gegaan want groepsleiding heeft de rest van de lucifers doosjes verstopt
Waar ik me al niet mee kan vermaken, hihi
Zie hieronder de uitleg van wikipedia over fiepen, of ook wel preocupatie;Preoccupatie is een zich herhalend, stereotiep patroon van gedrag, interesse en activiteit. Een preoccupatie omvat het continu in herhaling vallen met betrekking tot beweging (zich herhalende bewegingen), gedrag (iemand die in de waan leeft dat hij/zij iemand/iets anders is), belangstelling (afwijkende interesse in computers, astronomie, of een ander onderwerp) en activiteit (het niets anders willen doen dan bijv. voetballen). Bepaalde preoccupaties kunnen leiden tot sterke afhankelijkheid of zelfs verslaving, zij het dan geen middelen - maar handelingsverslaving, zoals internetverslaving of een gokverslaving. De verslaafde heeft in dat geval weinig of geen aandacht of interesse meer in de wereld buiten deze bezigheden. Als gevolg van de tijd en middelen die ze besteden aan de preoccupatie, kan de preoccupatie leiden tot een verminderde of slechte sociale interactie, en vaak ook een kleine of geen vriendenkring. Bij personen met autisme is er meestal een wisselwerking en is niet duidelijk welke oorzaak-gevolg-relatie er is. Het sociale leven van deze personen heeft er in elk geval danig onder te lijden. Een preoccupatie kan zowel voorkomen bij personen met als zonder autisme. Bij personen met autisme spreekt men ook wel van fiep of tic. In de DSM-vermelding (DSM IV) van autisme wordt preoccupatie vermeld in de diagnosecriteria. Ingeval van autisme gaat het dan om beperkte, zich herhalende stereotiepe patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten zoals blijkt uit tenminste één van de volgende: Sterke preoccupatie met één of meer stereotiepe en beperkte patronen van belangstelling die abnormaal is ofwel in intensiteit ofwel in richting;
Duidelijk rigide vastzitten aan niet functionele routines of rituelen;
Stereotiepe en zich herhalende motorische manirismen (bijvoorbeeld fladderen of draaien met hand of vingers of complexe bewegingen met het hele lichaam)
Aanhoudende preoccupatie met delen van voorwerpen.
Bij hoger functionerende personen met autisme (ook wel HFA personen genoemd) domineren de onder (1) genoemde preoccupaties en in mindere mate de preoccupaties met delen van voorwerpen (4). Bij personen met een verstandelijke handicap en autisme kunnen bedrituelen en motorische manirismen ook voorkomen. In de praktijk is het wat betreft preoccupaties moeilijk onderscheid te maken tussen de verschillende uitingen van autisme binnen het autismespectrum (zoals het syndroom van Asperger)