Teder traceer ik met mijn vingers
De contouren van jouw gelaat.
Ik streel je golvende neus en vind
Mijn weg over je zachte lippen,
Die speels mijn vingers kussen.
Bij de ronding van je kin
Tast ik naar boven en ervaar
De krachtige hoek van je kaak.
Eerst donzig, dan grillig is
Het landschap van je oor en
De sensatie van je huid
Laat me niet onberoerd.
Mijn reis komt tot zijn einde
Bij het topje van je gezicht,
Maar niet voordat ik
Het gevoel van elk haartje
Van jouw wenkbrauwen
Heb mogen meemaken.
Ik verdrink in de poelen
Die mij zo bekend lijken,
Sluit mijn ogen en fluister:
"Ik vind je zo mooi..."