VOOR KÒN ZORGEN DAT DE DOOD
ZIJN ALOMVATTENDE GREEP VERLOOR? Met andere woorden:
waar moest hij begìnnen?! Het Sanhedrin kòn, àls HÈT hóógste hòf in Israël,
alle mensen hier ter verantwoording roepen, hèn dwìngen om getuigenis af te leggen en/of nadere/andere úitleg te geven over hun handelen, doen èn láten. Veel van de raadsleden hadden
die autoritaire houding overgenomen in hùn persóónlijke léven! Maar iemand die WÈRKELIJK léven kòn blázen ìn een klompje klei zou niet zo onder de indruk zijn van Nakdi’s geloofsbrieven? Hij vroeg zich zèlfs àf òf YESJ eigenlijk al wel met hem zou wìllen práten! Miryam had hèm verteld DÀT íederéén die naar Yesjoe tóe kwàm MÈT het oprechte VERLÀNGEN ook maar íets te léren, vriendelijk behandeld werd, maar Nakdi twijfelde eraan òf hijzelf nu óók zó verwelkomd zou worden! Per slot van rekening werd Yesjoea vooral door andere Farizeeën als ‘n oplichter èn ‘n làstpak bestempeld? Bovendien
zou Yehosjoea de waarheid àchter z’n nachtelijke bezoek ook vast wel doorzien:
een póging òm zijn belangstelling verbòrgen te blijven houden voor anderen!
Àls de meute híer lùcht van kreeg, dàn zóu dat gerùcht zich àls een lopend vuurtje
door het hele land blijven verspreiden: DAT EEN LID VAN HET SANHEDRIN (ook)
EEN VOLGELING VAN DE RABBI WAS?! De oranje gloed van ‘n kampvuur èrgens
op de helling twinkelde door de takken. De zes reizigers werden er aangesproken
door twee potige Galileeërs! Nakdimon ben Goerion herkende hen als
de Visschers Sjim’on & Yo’chanan. De mannen namen
een verdedigende houding aan,
totdat ze Miryam zágen.
Toen pas ontspanden ze zich?!
Miryam legde hèn uit waarvoor ze hier nú GEKÓMEN waren &
vervolgens vroeg ze of de Meester lag te slapen!? “HIJ SLAAPT NOOIT!” gromde Sjim’on haSela.
Toen schoot ‘r ‘n blik van ontsteltenis over z’n gezicht. Schaapachtig grijnsde hij naar Yo’chanan.
“BEHÀLVE IN ‘N BOOT ÀLS HÈT STORMT!” Sjim’on schudde z’n ruigbehaard gezicht,
alsof hij DÀT verontrustend beeld toch maar àl veel LÍEVER wilde kwijtraken?
“HIJ IS ERGENS ACHTER HET KAMPEMENT,
DAAR NAAST DAT ÜBERGROTE
ROTSBLOK DAAR!”
De Visscher wéés naar de Plèk
die hij bedóelde ...