Monoloog.
Streel mij(n haren), vlecht de strengen, leg ze achter mijn oren. Ik wil horen hoe jouw hart spreekt, in de oneindigheid, van de tijd. Ik was het die zweeg. Geen woorden, te kunnen spreken, zonder een stortvloed
van donkerheid. Heb ik het verdriet weggepoetst achter mijn lachend gezicht. (Bijna) gemakkelijk te ver-
bergen, mensen hebben immers hun ogen dicht. Voor de deurtjes naar de ziel. Ik was het die viel. Kijk dan,
kijk me dan aan, kijk door me heen. Wat je ziet, zie je niet. Mijn lach is scheef, mijn ogen te diep. Hou me
vast, streel mij(n ogen) zacht. Pak de sterren uit de hemel zo hoog en leg ze in mijn blik, zodat ik stralen
kan, al is het maar voor even. Ik wil lachen, echt lachen. Ik wil dansen. Op het zand aan zee en de zand
korrels kriebelend voelen tussen mijn tenen. Ik wil verdrinken in jouw lijf en vrijen tot ik niets voel dan
gelukzaligheid. Het gevoel van verbondenheid en even niet alleen. Ik wil dat je mijn dieptes ziet.
susanne, vrouw, 33 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende