morgen zal ik naar je toe gaan.
eindelijk zal ik het zeggen.
maar zal ik geen gek figuur slaan?
O, ik weet niet hoe ik het je uit moet leggen.
morgen zal ik het wagen.
morgen zal ik zeggen dat ik van je hou.
maar als jij mij uit lacht,
kan ik dat niet verdragen.
O, ik kan niet meer zonder jou.
morgen zeg ik het dan heus.
maar zal jij je zelfbeheersing niet verliezen?
jij een jongen met zeveel keus.
jij zal uit velen mij toch niet kiezen.
morgen zal ik het zeggen.
hoe vaak heb ik dat al niet gedaan?
maar ik zal me er bij neer moeten leggen.
hug