net/nu/straks.
Net: goed gesprek gehad met papa,
ben best blij dat ik nu zo kan praten met hem.
Nu: in de trein naar me ex.
straks: nog even wat drinken bij ex, en dan lekker slapen daaro.
kleinemeis, vrouw, 27 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende