Niks

Helemaal niks....
Echt gewoon helemaal niks...

Er zijn zoveel dingen bezig, de wereld draait langs me heen en de tijd tikt maar door. Maar het is gewoon helemaal niks, mijn hersens doen helemaal niks. Mijn hoofd, mijn gedachte, allen doen helemaal niks. Alleen mijn lichaam loopt door, omdat het moet, omdat het automatisch gaat. Ik ben net een robot, zeg ga rechts en ik ga ook rechts. In sommige gevallen zal ik links springen, als ik een betere dag heb. Maar voorlopig is het helemaal niks en zal het ook allemaal niet beter worden.
Sinds twee weken geleden leek mijn wereld helemaal in te storten, tot die tijd was het sowieso geen prettig bestaan. Maar drie weken geleden barstten de bom en liet een keiharde knal me met beide benen weer terug op de aarde. Ik had het al eerder kunnen zien aan komen, al eerder kunnen voelen. Maar ik voelde niks, alles moest goed zijn, alles moest goed gaan. Alles was voor een ander bedankt, maar niks voor mezelf. Alles is voor een ander gedaan, maar niet honderd procent door mezelf. Maar toch kan ik de ander niet de schuld geven, want ik heb het zelf gedaan. Ik ben niet voor mezelf opgekomen, voor degeen die hier toch een grootte rol in heeft. Toen ik dat eindelijk ging doen, werd mijn hele hoofd een zooitje. Alles werd door elkaar gegooid en aan mij de taak om het uit te zoeken. Aan mij de taak om te zien wat ik wilde houden en wat ik toch liever weg wilde gooien.
Toch blijft alles weg, ondanks alles wat er om me heen gebeurd, word er veel van mijn energie gevraagd. Mijn motivatie om te schrijven is alleen maar meer toegenomen, maar mijn hoofd kan de woorden niet maken. Ze worden niet gevonden, het is op dit moment zo'n troep daar binnen, dat ze simpele woorden buiten sluiten. Alleen maar omdat ze simpel zijn. Het schrijven wil niet lukken, althans het lukt wel, maar niks met het effect wat het normaal heeft. Het laat me dingen van me af zetten, punten op een rij zetten. Hetzelfde effect zullen sommige mensen ook met sport hebben, zoals fitness, voetbal, rennen of weet ik veel wat. Maar het lukt me niet meer, ik typ al heel erg lang en het komt maar niet uit mijn vingers dus ik kan maar beter stoppen.

Spijt:

Met een diepe zucht stap ik mijn trein in, kijk nog een keer achterom. Zie daar de jongen die zojuist mijn leven heeft om gegooid, mijn principes heeft veranderd. Hij heeft mij veranderd. De jongen die mij dingen heeft laten doen van wie ik had verwacht ze nooit te doen. De jongen die mijn hart op hol heeft laten slaan, vervolgens ook weer in stukken gebroken. De tranen stapelen zich op in mijn ogen, maar ik wil niet huilen. Ik kan niet huilen, wat er is gebeurd is ook mijn schuld. Het is niet alleen zijn schuld, niet alleen die van hem. Hij heeft er misbruiken van gemaakt, over de situatie waar ik me in bevind. Hij heeft me misbruikt, het is niet mogelijk dat dit nog een keer gebeurd. Het is niet mogelijk dat wij vrienden blijven. We zouden die avond gewoon wat gaan drinken, gewoon wat bij praten. We zouden elkaar weer een keer zien, verder niks. We zouden elkaar vertellen hoe ons leven was geworden op dit moment en dat we de gesprekken hebben gemist. We zouden niks doen of onder invloed raken. Maar het is toch gebeurd, het heeft niet zo mogen zijn zoals ik verwachtte dat het zou worden. We zijn verder gegaan dan dat, verder dan ik wilde dat we gingen.
Het was echt niet de bedoeling, ook niet iets wat ik wilde, iets waar ik geen schuld aan bij draag. Iets wat ik niet had kunnen verkomen, een fout is gemaakt, een steen is gevallen. Mijn leven is gekwetst, mijn geweten is gebroken, mijn vertouwen in mezelf in gedeukt. Na vanavond is het voor ons niet mogelijk nog bij elkaar te zijn, het had niet zo mogen zijn. Ik had mezelf beloofd dat ik dit niet zou gebeuren, dat ik mijn beste vriend zou behouden. Dat ik deze afgrijselijke fout niet zou maken, maar precies daar, precies op dat moment. Met een diepe zucht ga ik zitten en staar een beetje voor me uit, ik weet niet wat ik moet doen. Ik weet niet wat ik kan doen, het had niet mogen gebeuren, hij had geen misbruik van me mogen maken. Naast me zie ik de jongen naar zijn trein lopen, we kijken elkaar nog een keer aan. Ondanks dat we het niet hebben uitgesproken, weten we dat dit de laatste keer zal zijn dat we elkaar gezien hebben. Alleen omdat die ene zin, die tien seconden het voor de rest verpest hebben. Die paar woorden, hebben het onmogelijke gedaan. Die hebben ervoor gezorgd dat het niet meer mogelijk is vrienden te blijven, zonder meer te voelen. De trein maakt langzaam vaart, een dikke zucht ontsnapt. Mijn hersenen maken volle toeren, ik heb onwijze trek in een sigaret. Na vijf minuten naderen we het eerste station, ik twijfel. Als ik uitstap kan ik roken, als ik blijven zitten ben ik over 20 minuten thuis. Als ik uit stap, moet ik een half uur wachten op de volgende trein. Toch sta ik op en loop ik naar de deur en loop naar buiten. De donker tegemoet. Ik zie de trein langzaam weg denderen en steek een sigaret op. Weer is mijn poging om te stoppen weer niet gelukt, weer kan ik ze niet laten liggen. Hij smaakt me heerlijk, ondertussen is het buiten een stuk kouder geworden, er dendert met snelle vaart een sneltrein voorbij, die een harde windvlaag geeft. Nog geen tien minuten zijn voorbij en ik heb nu al spijt dat ik uberhaubt uit die trein ben gestapt. Ik had over tien minuten bij mijn plaats van bestemming kunnen zijn. Ik kijk langzaam om me heen, ik sta hier midden in een verlaten stuk. Wie moet er hier nou uit en waar gaan die mensen uberhaubt helemaal heen dan? Ik denk dat afgelopen avond na, het was heerlijk om hem weer te zijn, zijn gezicht, zijn lach, zijn haar. Alles, ik heb het gemist. En misschien heb ik het te veel gemist, dat ik er daarom vanavond te veel van wilde genieten. Nee, dit mag niet nogmaals gebeuren, ik steek nog een sigaret op en pak mijn mobiel. Ik begin een smsje te typen waarvan ik weet dat ik die toch niet zal verzenden. Daar zet ik mijn gevoelens in en ga na wat ik precies wil. Ik vertel erin dat ik geen vriendschap meer kan onderbouwen op relatie hiervan. Dat is niet mogelijk, dat kan gewoon niet. Wij kunnen geen vrienden zijn, terwijl we ook meer voelen voor elkaar. Het is niet mogelijk, we zijn niet voor mekaar weggelegd. Wat ik wil, kan hij mij niet geven, wat hij wil, kan ik hem niet geven.
Voor ik het door heb, klik ik op verzenden en krijg ik een verzendrapport terug "bericht verzonden dinsdagavond 10-07-07 om 22.38". Dat was mijn beste vriend, dat was mijn praatmaatje. Ik druk mijn peuk uit, dat was mijn alles. Nu heb ik niks meer, niks meer van hem, het is niet meer mogelijk om na dit bericht uberhaubt een relatie op te bouwen. Om uberhaubt vrienden te zijn, we zijn te ver gegaan. "U heeft een bericht ontvangen" zegt mijn mobiele scherm, 'het spijt me van alles, ik wilde dat ik de tijd terug kon draaien. Ik hoop dat er een dag komt dat je me kan vergeven voor hetgeen wat ik vanavond gedaan heb' Dat is het hem juist, ik heb geen spijt, ik wil de dag niet terug draaien. Ik wil niks, ik wil hem niet meer, ik wilde dat we het nooit gedaan hadden. Maar ik stuur hem niks, ik verwijder het bericht, ik verwijder zijn telefoonnummer. Thuis zal ik al zijn gegevens verwijderen, we zijn niks meer van elkaar. Helemaal niks.


^LadyE

dit is iets wat ik voor me heb gehouden maar ik kon niej meer dus heb het opgeschreven!
15 nov 2007 - bewerkt op 15 nov 2007 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van ladyE
ladyE, vrouw, 35 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende