stukkie schrift

Ik ben een soort van bezig een soort van boek te schrijven.
Vandaag ben ik weer begonnen. Het heeft nu al 14 pagina's . Jippie. das heeeeel wat voor mij. Nu ff mijn laatst geschreven hoofdstuk. vrolijk Natuurlijk leest dit voor jullie lekker vaag. Maar ik ga het niet uitleggen. Niet waar het over gaat. Wil je meer...moet je vragen. Wil je minder...moet je zeggen vrolijk humor

---

Kaj

Woorden gaan door mijn hoofd. Gedachten, gevoelens. Ok, Kaj, rustig aan. Wat heb je net gehoord? Wat heb je net gezien? Ik heb die oma gezien en wat ze zei en hoe Maeve keek en wat zij zei. Nee, nee, ik heb niks gehoord, niks gezien en niks geweten. Ik druk tegen mijn slaap aan terwijl ik net door krijg dat ik aan het lopen ben. De trap af en de lift in. De deur open en de deur dicht. Ik ben er bijna. Nog een schuifdeur en dan...lucht. Zon! En ik blijf lopen. Het park in, het bos in, de bomen in. Links en rechts van me bomen en een klein meisje dat met haar hond rent. Een standbeeld en een klein vijvertje waar een stelletje hun benen in het koude water laten bungelen. En ze zoenen en kussen elkaar langzaam. Ik kijk weer vooruit en blijf lopen, lopen, lopen, lopen. Lopen word stappen, en stappen word sneller en sneller word rennen. En ik ben bezweet en klef. Niet van de zon die op mij schijnt , maar van wat ik weet. Ik blijf rennen en hou me vast aan de leuning van een bankje. Even blijf ik hijgend staan en ga dan op het bruinhouten bankje zitten. Ik buig voorover en strik mijn veter. Ik kom weer op en voel aan mijn shirt. Het plakt en het is vies. Snel trek ik het uit en nu hou ik met mijn blote barst de zon tegen. Ik kan wel een kleurtje gebruiken. Zo vaak is het niet mooi weer. Ik rek mijzelf uit en sluit mijn ogen kort. Ik open ze even en laat de zon weer binnen. Ik laat een zucht en draai mij om. Wat ik zie wil ik niet zien. Ik kijk midden in het gezicht van de oude vrouw. Ik spring op.
"Wat doet u hier?" vraag ik terwijl ik mijn shirt van de grond af pluk. Ik hou het beschaamd voor mijn borst en trek hem weer snel aan. De vrouw kijkt verlekkerd naar mijn vlees.
"Je mag je blote buik wel tonen hoor. Niks mis mee", zegt ze op een toon die mij alles behalve aan staat. Ik trek mijn shirt recht.
"Mevrouw...wat doet u hier?", vraag ik terwijl ik mijn ogen naar de grond richt.
"Ik wou kijken hoe het met je gaat. Jij hebt een boel gehoord. Niet voor jou bedoeld. Maar het lot...het lot. Misschien was het wel bedoeld om te horen ook voor jou oren."
Ik kijk nog steeds naar de grond. Ik begrijp het niet meer. Ze legt haar hand op mijn schouder. Ik kijk naar haar hand.
"Ja, jongen. Dit is de hand van een mens wat geleefd heeft." Ze neemt een diepe adem.
"Jij hebt nog niet geleefd."
Ik trek mijn wenkbrauw op.
"Jij leeft. Maar leef je echt? Wat is leven? Wat zijn de vragen des levens? De levenslessen."
Ik zucht.
"Ik leef heus wel. En leven is bestaan. En ik besta. Dus ik leef."
"Maar hoe weet je dat je bestaat?"
Ik kijk naar haar op. Zij praat verder.
"Misschien is dit wel de droom. Misschien is de droom je leven en leef jij je droom."
"Of je nachtmerrie," onderbreek ik haar.
"Of je nachtmerrie," herhaalt zij.
Stilte.
"Maar ik leef wel. Ik leef echt wel.Ik leef niet alleen om te bestaan. Maar ik leef. Anders kan ik toch niet weten wat ik weet en doen wat ik doe?"
" Wat weet je dan?"
Waarom vraag ze zo door? Wat is dit voor een gesprek? Maar het voelt enigszins vertrouwd. Ik antwoord maar.
"Dingen. Net zoals jij dingen voelt en weet. Wat ik hoorde."
"Jij weet het ook , hè?" zegt ze zachtjes.
"Ja, ik weet het."
"Mooi."

Langzamer wordt het donkerder. Dag word nacht en de nacht word ochtend. De maan daalt langzaam terwijl ze me met een brede glimlach toejuicht. De vogels fluiten en het gras verdwijnt langzaam in de bodem. En ik zit op het bankje. De vrouw is net weggaan. Opgestaan, zonder woorden, met gedachten en gevoelens. Mij hier achterlatend. In de zucht van een engel. Ze kent me. Ze kent me. Maalt steeds door mijn hoofd. Maar hoe kent ze me? Kent ze me wel? Ik snap het niet meer. Wat ze zij en daarvoor al zij...het deed me wat. Ik weet niet wat het me deed. Zo eng was het niet. Zo vreemd was het niet. Respect. Ik heb respect voor de vrouw. Voor wat zij denk. Voor wat zij voelt. Nu moet ik mijzelf alleen nog vinden. In het donker. In het duister. Zoekend. Zacht ademend. Het moet lukken.



19 nov 2002 - bewerkt op 19 nov 2002 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van miracle
miracle, vrouw, 38 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende