stil rolt er een traan over mijn wang,
ik weet weer, waarom ik in het verleden zo heb besloten,
liefde, is voor mij niet weggelegd..
een hart van steen, is mijn lot..
het maakt niet uit, ik zal falen..
terg op het koort,
het dunne koort dat mij naar de overkant zal moeten leiden
de balans is ver te zoeken...
en het einde.. nog maar vaag in sluiers van mist.
ik hef het hoofd, en groet de zon..
zie het leven positief en met toekomst,
maar stiekem in de duisternis,
pakt die traan toch een beitel,
en probeert zich een weg naar buiten te slaan