ik weet niet wie t was,
maar vertrouwen doe ik niemand meer.
iemand nam ik in vertrouwen,
en dat deed me zeer.
hij/zij heeft me veraden,
heeft me bedrogen.
ik dacht dat ik je kon vertrouwen,
je hebt gewoon tegen mij gelogen!
waar heb ik t aan verdiend,
waarom heeft diegene tegen mij gelogen.
waarom heb ik diegene niet doorgehad,
waarom zag ik dat niet met mijn ogen