Weg.
zomaar.
wat een pech.
zomaar van me afgenomen.
ik heb het nooit vernomen
waarom? waarom?
ik hockeyde zo graag.
en dan nu dit ongeluk.
het gaat zo traag.
het dringt niet tot me door.
dat ik zoveel verloor.
de herinneringen komen en blijven.
maar nooit zal ik de tijd terug krijgen.
veel verdriet.
het is iets wat je niet echt ziet.
het zit in mijn hoofd.
de pijn wordt zachtjes verdoofd.
heel langzaam.
maar het zal nooit voorgoed vergaan.
het was mijn tijd.
dat mij heeft bevrijd.
ik kon alles even vergeten.
ik kon alles kwijt.
jullie allemaal staan bij mij in het krijt
ik heb het geweldig gehad
ik zal jullie nooit vergeten!