Zo verdomd verliefd..

Vanochtend stond ze aan mijn deur. Het meisje van mijn dromen, het meisje waar ik van hou. Het meisje in mijn hart. Het meisje dat ik in mijn hart wil sluiten. Gisteren heb ik tegen heel de klas gezegd dat ik volgend jaar niet met ze mee ga naar de Middelbare school, maar naar een pleeggezin. Iedereen baalde ervan. Maar het meisje, die zei niks. Geen enkel woord. Ze durfde me nogeens niet aan te kijken en daar stond ze dan, vanochtend, aan mijn deur. Aan de mijne. Het eerste wat ze zei zodra ik haar zag was 'Ik wil niet dat je gaat.' Houd ze van me ? Of houd ze niet van me ? Toen wist ik het nog niet. Nu weet ik het wel. Ze houd van me. Waarom heeft ze dit tegen me gezegd ? Nu wil ik niet meer weggaan, ik mag niet meer weggaan. Ik wil haar niet in de steek laten. Ze keek me zo mooi aan. Met zo'n mooie blik in haar ogen. De ogen die mij spontaan verliefd maken. Ogen die me weg laten zweven tot hoog in de wolken. Haar ogen vertellen mij de prachtigste verhalen, net als bij mijn broertje kunnen haar ogen ook praten. Altijd als ik in haar ogen keek, dan spraken ze over de mooiste dingen, maar nu ik in haar ogen keek zag ik alleen maar verdriet en pijn. Dit heb ik haar nooit willen aandoen ! Wat haar ogen willen zeggen is bijna niet uit te leggen. Fluisterende zinnen als 'Blijf bij mij' dringen tot me door. Ze dringen door, maar niks wat ik eraan kan doen. Haar ogen werden wanhopiger en wanhopiger toen ik niks zei. Op een gegeven moment waren de lichtjes in haar ogen gedoofd en ze keek naar de grond. Alleen op momenten dat ik iets tegen haar zei, durfde ze me aan te kijken. Ze wilt dat ik blijf. Ze wilt dat ik met haar praat.
Haar ogen, zeggen alles wat er in haar omgaat. Haar pijn, haar gevoelens, haar emotie. Alles. Als ik nu in haar ogen kijk en ik zie de pijn, dan voel ik de pijn bij mezelf diep van binnen. Dit is niet hoe het zou moeten gaan. Dit is niet hoe het mag gaan. Ik ken haar pijn. Ik ken haar verdriet. Het verdriet om iets los te laten wat je absoluut niet los wilt laten. De pijn omdat je weet dat het gewoon gaat gebeuren en dat je zelf machteloos bent. Ik herken alle pijn die ze uitstraald, maar zo weinig dat ik kan doen.. Ik weet dat ze me hier wilt houden. Nu ik dit allemaal weet, wil ik ook blijven, maar wat kan ik eraan doen ? Wat zou zij eraan kunnen doen ? Helemaal niks en dat alleen maar omdat we zelf nog maar kleine kinderen zijn. Antwoord geven op mijn vragen kan ze niet, omdat ze de antwoorden zelf ook niet weet. De pijn en het verdriet wordt de met tijd pijnlijker en pijnlijker. Ik wil antwoorden, geen pijn !
Haar ogen worden wanhopiger en wanhopiger hoe langer ik naar haar kijk. Haar pijn en verdriet komt steeds meer naar voren. Dit is niet hoe we het willen hebben. Toch vind ik die pijn en verdriet prachtig. Het is mooi en puur. Het is oprecht. Het is niet gelogen, het is niet geacteerd. Het is echte verdriet. Verdriet om mij. Geweldig vind ik het. Eindelijk heb ik iemand gevonden die weliswaar om me geeft, aan me denkt. Van me houd met heel haar hart. Iemand die haar hart aan me wil schenken, maar het niet kan. Hier heb ik altijd al van gedroomd. Al mijn dromen gingen al jaren over iemand die haar hart met me zou willen delen. Jaren heb ik gewacht op zo'n meisje. Ik mag haar niet achterlaten, maar toch moet het. Het zal echt moeten. Hoe pijnlijk het ook is. Hoe pijnlijk het ook zal worden. Haar ogen zeggen tegen me wat ik van binnen voel. Wie ik van binnen ben. Ze weet wie ik echt ben. Ze weet hoe ik ben van binnen maar toch vraag ik me af hoe ze dat weet.. Ze vind me mooi, ze vind me prachtig, ze vind me geweldig. Ze vind dat ik bij haar hoor. Ik vind dat ook. Al die dingen kun je gewoon niet met genoeg overtuiging vertellen met woorden. Woorden zeggen niets tegen me, woorden zijn normaal. Maar als iemand kan spreken met zijn ogen, dan vind ik je speciaal. Speciaal van binnen. Speciaal hoe je bent.
Ik kijk in haar ogen. Zo zacht en teder als maar kan. Ze kijkt ook in de mijne. Zodra ik naar de sterretjes in haar ogen kijk, voel ik een onbekend gevoel. Onbekend maar fijn. Ik voel liefde, diep in me. In mijn hart, in mijn buik, in mijn hoofd. Het zit overal. Het beste is ook nog eens: ik weet dat zij hetzelfde voeld voor mij. Ik weet dat we dezelfde liefde met elkaar delen. Ik weet dat we hetzelfde voor elkaar voelen. Diep kijkt ze in mijn ogen. Ze ziet hetzelfde wat zij voor me voeld in mijn ogen. Rode wangen van geluk. Dat krijgt ze ervan. Ze bloost lief, net als een klein meisje. Verlegen is ze. Ik ben trots op haar dat ze naar me toe durfde te komen, trots dat ze het voor me deed. Voor mij. Speciaal voor mij.
Haar ogen fasineren me. Ze hypnotiseren me. Ik kan haar blik niet loslaten. Ik blijf haar aankijken, als een soort van betovering voeld het. Het voeld zo fijn om zo dicht bij haar te zijn, dat merk ik nu pas op. Dichter bij elkaar waren we gaan staan. Om eerlijk te zijn was het me nog niet opgevallen. Ik kijk naar haar ogen en zij naar die van mij. Een klein lachje verschijnt op haar gezicht. Een lachje van geluk. Van blijdschap. Van verliefdheid. Steeds kwamen we dichter bij elkaar. Dichter en dichter bij elkaar. Onze voorhoofden raakten elkaar al zachtjes aan. Ik liet me meevoeren door de betovering, ik had mezelf niet meer in handen. Ik liet me meevoeren met wat er ook zou gaan gebeuren. Langzaam kwam ze met haar mond dichter bij de mijne. Een klein vlaag van paniek schoot door me heen. Wat moest ik nu doen ? Ik had nog nooit gezoend. Ik had nog niet de lippen van een meisje aangeraakt. Wel in mijn dromen, maar niet in het echt. Ik besloot dat ik me gewoon mee moest laten voeren door de betovering. Zachtjes raakten onze lippen elkaar. Het voelde raar, maar fijn en vertrouwd. Ik weet niet hoelang de kus duurde, maar van mij had hij voor eeuwig mogen duren. Haar lippen zo zacht tegen die van mij aan. Zo fijn, zo zacht. Ze smaakten zelfs goed. Deze herinnering komt in mijn herinnering doosje te zitten, want dit is een herinnering die ik nooit kwijt zou willen raken. Nooit van mijn leven. Dit zal mijn hele leven bij me blijven..
Na de kus bleven we elkaar aankijken. Totaal verliefd. Niet wetend wat we nu moesten doen. Niet wetend wat we nu moesten zeggen. Maar woorden waren niet nodig, want haar ogen bleven maar praten. Die prachtige ogen van haar. Elke keer als ik ze nu weer voor me haal, wordt ik verliefder en verliefder. Een tinteling in mijn buik. Ik blijf haar aankijken en zij blijft mij aankijken. Nog steeds is die betovering bij me. Ik kan mijn hoofd niet wegdraaien ik kan nergens anders naar kijken.. Haar ogen blijven me aankijken en ik moet ze blijven aankijken en het enige waar ik aan dacht was 'God, wat is ze toch mooi'. Verliefd, zo verliefd. Maar toch zo jong en er niks aan kunnen doen. Starend staan we daar. Natuurlijk niet voor mijn huis. Ik zou niet willen dat mijn ouders dit alles zouden zien, dus had ik haar meegenomen naar het poortje in een zijstraatje. Een plek waar altijd rust en vrede was. Kon dit maar voor altijd zo doorgaan. Voor altijd tot in de eeuwigheid. Het was zo'n prachtig moment dat ik zelfs niet durfde te knipperen met mijn ogen. Betoverd was ik.
Toch schuilt er een verhaal in ons. In ons beiden. Samen delen we hetzelfde verhaal, maar dan met 2 verschillende personen. Beiden hadden we ooit eens verkering gehad. Bij mij was het niks bijzonders en bij haar ook niet. Geen verliefd gevoel, geen vertrouwd gevoel, geen gekriebel in de buik. Niks. Verkering met de verkeerde personen. Verkeerd, zo verkeerd. Verkering met mensen die alleen maar verkering namen zodat ze iemand hadden, zodat ze iemand hadden om bij de rest van de klas te kunnen pochen van 'Kijk hoe snel ik een vriendje kan scoren'. Wat ben ik blij dat ik mijn eerste kus nooit aan haar heb geschonken.
Hoe langer ik naar haar ogen staar, hoe meer ik een toekomst van ons samen begin te verzinnen. Verkering, daten. Naar allerlei leuke plekken gaan. Naar mooie plekken gaan. Samen overal heengaan. Een prachtig leven. Jammer dat het nooit waar zou kunnen zijn. Ik wil zo graag een belofte aan haar maken, een belofte dat ik altijd bij haar zal blijven, wat er ook gaat gebeuren, wat er ook zal gebeuren. Dat niks ons zou kunnen scheiden. Dat we gewoon samen weglopen. Maar dat kan niet en waarom ? Alleen maar omdat we nog kinderen zijn.
Voor altijd zou ik naar haar kunnen staren, want haar schoonheid gaat nooit verloren. Haar schoonheid zal altijd in mijn hart blijven. Als ik kon, zou ik haar bij me houden. Voor altijd en overal. Ik wil dat ze bij me blijft. Ik wil dat ze de mooie momenten met me deelt. Ik zou het allemaal zo graag willen, maar zo weinig dat ik waar kan maken. Zo verdomd weinig. De tijd begint te dringen, want bij haar blijven voor altijd, dat kan ik gewoon niet. Ik zal het nooit kunnen. Ik zal haar los moeten laten, voor altijd en voor eeuwig. Ik probeer te genieten van het moment, maar hoe erg ik mijn best ook doe, het lukt niet meer. Het lukt gewoon niet. Mijn ogen vullen zich met verdriet en dat ziet ze. En wanneer zij het verdriet in mijn ogen zag, vulden haar ogen zich met tranen.
Ze moet weg, terug naar huis, dat krijgt ze te horen via een belletje van haar telefoon. Ze was weggegaan met de smoes dat ze langs een vriendin ging. Maar haar moeder kwam erachter dat dat niet zo was. Ze sluit haar blik. 'Doe je ogen weer open !' denk ik meteen met veel wanhoop. Maar open gaan ze niet meer. Ze draait zich om, pakt haar fiets weer en fietst stilletjes weg. Daar blijf ik dan achter. Gebroken en gekreukt. En het enige wat door mijn hoofd gaat is 'Ik zal je nooit vergeten, waar ik ook heenga'. Ik weet dat we nooit bij elkaar kunnen zijn, maar toch doet het enorm veel pijn..
26 jun 2010 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Crookers
Crookers, man, 27 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende