Ongeveer twee weken terug besloot ik het verhaal over mij en mijn ouders op te schrijven. En inmiddels ben ik weer een stukje verder.
1. De jeugd I (Basisschool)
Van mijn tijd voor de basisschool weet ik vrijwel niets meer. Ik was een jaar of vijf, zes toen ik naar de lokale basisschool ging, gelegen op een minuut half rennen, half joggen, van mijn huis af. Waar Zus al een paar jaar heen ging, elke dag weer. Meestal zag ik haar thuiskomen tussen de middag, waarna de tafel werd gedekt en we gezamenlijk een broodje aten. Op een warme zomerdag zaten mijn ouders in de tuin, toen Zus voor het eerst alleen naar school ging. Ik rende enthousiast achter haar aan, wilde ook mee. Mijn vader hield me tegen en zei dat ik daar nog niet groot genoeg voor was. Meteen nam ik me voor flink te gaan groeien. Toen ik hier over wilde vertellen tegen Vati, begon hij een hele lofrede over Zus, dat ze het zo goed deed en zo vrolijk was. Dat hij trots op haar was, dat ze alleen naar school kon gaan. Daarop vroeg ik of hij ook ‘tros’ op mij was. Natuurlijk, antwoordde hij met zijn ogen op de rug van mijn zus gericht, hij was ook trots op mij.
Men zegt dat negatieve herinneringen altijd beter onthouden worden door je hersenen, omdat ze zoveel intenser zijn. Dit fragment uit mijn jeugd is me altijd bijgebleven, als mijn eerste herinnering ooit. Verder had de basisschool me niet echt veel boeiende herinneringen voor me. Het meeste dat me bij is gebleven ging over jongens – zelfs in groep drie waren het al klootzakken – gepest worden en leren omgaan met mijn vader. Gezien het feit dat dit geen epistel over mijn liefdesleven wordt, zal ik het houden op de andere twee onderwerpen.
Als tweede was er het gepest. Het was niet duidelijk aanwezig, maar ik merkte dat ik minder vrienden had dan de rest. Ik ging niet zo vaak spelen met anderen als bijvoorbeeld mijn zus, of andere klasgenootjes, zat liever alleen dan met anderen erbij en werd zelden uitgenodigd voor feestjes. Een trend die zich ook voortzette op de middelbare, doordat ik met de helft van mijn klas naar dezelfde school ging, waarvan de meerderheid bij mij in de brugklas belandde. Los daarvan werd ik als het ware genegeerd. Ze vonden me anders, en ik was ook anders. Niet omdat ik alternatief ben geworden later – een populaire jongen van toen is nu ook alto – maar omdat ik me ook alleen prima wist te vermaken. Ik had er geen moeite mee om de hele dag voor de tv te hangen, chips te eten en cola te drinken. Dat was uiteindelijk ook te merken in mijn lichaamsomvang. Vergis je niet, af en toe kwam ik bij anderen over de vloer. Het gebeurde echter zelden dat ik iemand mee naar huis nam. Ik weet niet waarom, maar nog steeds vind ik het fijner om bij anderen te zijn, dan om ze bij mij thuis uit te nodigen, zelfs nu ik uit huis ben. Misschien deed ik het om het oordeel van mijn ouders te ontwijken, of gewoon om weg te zijn van thuis. Ik weet het niet. Daar zal vast jaren van zelfontplooiing en psychologisch gepraat voor nodig zijn.
___
Ik denk dat ik de rest op LL ga gooien, omdat het toch wel gevoelige dingen zijn die ik liever niet open en bloot op internet heb staan. Het duurt misschien even voor het vervolg komt, maar iets met langzaam schrijven omdat ik alles erin wil bevatten en dus niet alles achteraf nog bij hoef te werken, wat waarschijnlijk alsnog het geval is. Voel je vrij om toegang te vragen