38222ESBY93Miryam slaakte ‘n lange wanhopige kréét
ZE ONTWAAKTE UIT HAAR NACHTMERRIE, DOORDAT ‘T LICHT VAN TAVITA’S KAARS IN HAAR GEZICHT SCHEEN. DE OUDE VROUW ZEI: ‘Ach, arm schaap! WÀKKER worden! Je hebt weer ‘n nachtmerrie! Alsjeblieft, schaapje! Wordt wakker! Het is voorbij! ‘t Is allang voorbij!’ Miryam staarde hijgend & zwetend naar ‘t licht. ‘De bloemen.’ Ze zuchtte. ‘Altijd die bloemen. De blauwe die jij samen met mij hebt geplukt & in haar vingers gestoken hebt. Weet je nog, Tavita?’ ‘Ja, dat weet ik nog mijn schaapje.’ ‘Dode bloemen. Ze zijn er nog. In haar handen. Maar ze zijn dood, net als zij. Net als ik.’
‘Nee, schaapje. Zo moet je niet denken.’ Miryam haalde moeizaam adem, alsof ze niet goed wist hóe dat móest en bij elke ademtocht moest nadenken? ‘Maar zó voelt ‘t wèl. De stenen. Altijd de stenen...
Míjn schùld.’ ‘Geen sprake van!’ De oude vrouw ging op de rand van ‘t bed zitten & bracht met trillende handen een beker water naar Miryams lippen. ‘Ik heb Barak nodig.’ Miryam voelde dat de emoties haar dreigden te verstikken, toen het gevoel van eenzaamheid haar weer overspoelde. ‘Nee, schaapje. Hij was niet de goede man voor jou.’ Miryam kwam MÈT ‘n ruk overeind & smeet de waterbeker tegen de muur. ‘Ja! Ik heb Barak nodig! Hoor je me? Ik móet íets bedènken! Ik kàn zó niet langer doorgaan.’ Tavita werd bleek. In haar neergeslagen ogen was droefheid en angst te lezen, omdat ze wist wàt er nu weer zou gaan vòlgen als ze Miryam tegensprak. ‘Het was maar een droom. Zal ik even bij je blijven?’
Miryam sprong overeind. ‘Ga wèg! Breng me wat wíjn! Láát het licht áán! Ik móet.... ik WÌL zó niet langer leven! Zó léég! Ik heb Barak nodig, begrijp je? Breng me wat wíjn!’
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende