38745dc37 ´Wat Zie Je?´ vroeg Yitschak. ´Er Is ~~~
IETS GEBEURD! ALS ÌK HET KAN VOELEN, DAN KUN JÍJ HET ZÉKER!´
Yesj wilde geen antwoord geven. Hij & Ya´ákov waren na middernacht stilletjes thuisgekomen.
Niemand was wakker geworden, ook al sliep het hele gezin in één kamer. De twee broers kropen in het bed dat ze deelden, ´n wollen matras die op de grond lag en met stro was gevuld. Yacko was uitgeput v/d angst & viel meteen in slaap. Yesjoe kon niet slapen. Door ´t kleine raampje dat uitgehakt was i/d muur v/h stenen huis staarde hij naar de sterren. Dezelfde angstaanjagende gedachte bleef hem achtervolgen.
Judas - de andere Judas - kòn hèm níet beschèrmen! Àls de Romeinen sympathisanten wilden opsporen kon niemand hen tegenhouden. Je móest haast wel stìl èn ònzìchtbaar zijn. Dat was niet zo moeilijk. Daarin hadden ze genoeg ervaring - al eeuwenlang? ´LATEN WE NAAR BENEDEN GAAN,´ zei hij tegen Yitschak. ´WE KUNNEN SAMEN ETEN.´ Zijn moeder was niet thuis geweest toen de rook hem wakker maakte. Ze was waarschijnlijk naar ´t waterbekken om water te halen, maar Miryam zou vast wel ´n ontbijt voor hem hebben achtergelaten van plat brood & gehakte olijven?! Yitschak schudde z´n hoofd.
¨NEE, IK BLIJF BOVEN. GOD IS HIER!¨
Yesjoea glimlachte. Wáár hij ook wàs, de blinde man zei altijd ´God is hier´! De meeste mensen vonden het vervelend, maar Yehosjoea was één van de weinigen die er belang in stelde. ´VERTEL ME, RABBI,´ zei hij & gebruikte het woord als ´n compliment, niet om Yitsz te plagen, ´HÓE ÌS GÒD HÍER?´
Yitszchak hield z´n handen òp. ¨ÌK VÓEL DE WÀRMTE, EEN GLOED ACHTER MIJN ÓGEN! IS DÀT NIET GÒD?¨ Het had geen zin om tégen te werpen ~ zoals ieder ander zou doen ~ dàt dìt níet Gòd wàs, maar de zòn. Yitschak zou alleen maar glimlachen & zeggen: ¨IN DER DAAD, ÈN DÉ ZÒN ÌS ÓÓK GÒD, NIETWAAR?¨
Yesj keek hoe ´t laatste sliertje rook van het uitééń gevallen altaartje verdween. Hij liet ´t konijn los zodat ´t vrij kon rondlopen over ´t dak. ´t Verdween al snel via de ladder. Hij zei: ´WAARÒM ZIJN WE NIET DÓÓD?´ Dezelfde vraag die Jehoedah aka Judas de Galileeër aan hem in de grot had gesteld. ´ÌS HET DE SCHRIFT?´
YITSZ haalde z´n schouders òp.
¨ALS JE OP ´N MIERENHOOP STAMPT EN ER OLIE OP GOOIT OM DE MIEREN ÚIT TE BRANDEN, DOOD JE DE MEESTE. MAAR ER ZULLEN ER ALTID ´N PAAR ONTSNAPPEN! DE JODEN ZIJN NÈT ZÓ.¨
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende