38860dc64 De rij ging weer verder èn men probeerde


HÈN ALLEBEI
WÈG TE DÚWEN!
‘Als jíj die ouwe heks
úit haar gròt hebt gehááld,
zorg dan óók DÀT ze wéér terùggáát,’
sneerde iemand.
“HIER, MOEDERTJE, KOM MAAR MET ME MÉÉ!”
Yesj trok de oude vrouw voorzichtig aan haar mouw mee
èn bedekte ondertussen haar hoofd met de sjaal. Zíj lette niet op alle opwinding òm haar héén.
Met haar knokige hand hield ze de bloemen stevig vast, maar ze wankelde niet.
Met een stevige greep pakte ze Yesjoea vast. Ze liepen naar een stenen bank bij de waterbekkens
waar alle vrouwen naartoe gingen òm zich
te reinigen voor het gebed.
“HET HÓÓGLIED,” zei ze.
Ze hield haar hoofd schuin, èn keek Yesj vragend aan.
‘Ik citeerde het Hooglied! Herkende je het niet? Yesjoe schudde z’n hoofd & ze verzuchtte:
“ZE KUNNEN DE TEMPEL VAN SJLOMO NÉÉRHALEN, MAAR ZE KUNNEN ZIJN WOORDEN NIET VERMOORDEN!”
Ze tikte op haar voorhoofd. “Nú kèn je míjn gehéim. Aan niemand vertellen, hoor!”
Yesjoe glimlachte. De vrouw was ‘n beetje getikt, maar deed hèm in ieder geval éven vergéten
in wat voor benarde situatie hij zich bevond. “Wat voor geheim is dat?” vroeg hij.
Ze boog zich naar hèm toe èn fluisterde:
‘Ik ben ‘n zondaar. Ik kan lezen. Ze zouden me in stukken scheuren als ze ‘t wisten!’
Yesjoea kòn z’n verbazing niet verbergen. “WIE HEEFT JE DAT GELEERD?”
‘Mijn vader. Hij was rijk, maar hàd geen zonen. Dat maakte hèm zo wanhopig dat hij ‘s nachts leraren ons huis binnensmokkelde. Ik leerde lézen bij kaarslicht, als ‘n samenzweerder in ‘n gròt!’
De laatste zin ging vergezeld van ‘n scherpe blik, èn veel scherper dan paste bij ‘n verwarde oude vrouw? VOORDÀT Yehosjoea reageren kòn zei ze:
“Gòd is ‘t die geen hùlp nódig heeft òm de kwáden eruit te pikken!”’
‘Omdat er zoveel zijn?’ vroeg Yehosjoea. Zíj schudde haar hoofd.
‘OMDAT HÈT VERBÒND HÍER NÍET ÌS!’
Ze knikte in de richting v/d reusachtige eikenhouten deuren v/h “Héiligdom”.
‘G d kènt de rechtvaardigen dóór ìn hùn HÀRT te lezen! Hij kóós ook NÓÀCH toch al uit, nietwaar?
Èn úit het totaal verdòrven SDOM kóós hij LÒT?!
De rechtvaardigen zijn ‘t die ‘n Éigen Lìcht verspreiden!
Hij zal spoedig iemand anders uitkiezen!?’
YESJ kéék nu naar de handen
v/d Oude Vrouw die bezig waren òm de bloemen samen te vlechten.
‘t Wáren kleine roze roosjes van ‘t soort dat i/h wìld groeide i/d greppels rondòm de Stàd.
‘Vòlstáát ‘t òm rèchtváárdig te zijn?’ vroeg hij op rustige toon. “Dàt móet wel!
Het aantal slechteriken zàl altijd wel weer gróter zíjn?
Hoeveel lammeren er i/d Lènte ook geboren worden,
er zijn altijd méér wòlven òm hèn òp te éten!”
De oude vrouw mompelde binnensmonds & er kwam ‘n andere regel uit ‘t Hooglied naar boven:
“Ik ben de roos van Sjaron, èn ook de lelie van het Dàl! Als ‘n Lelie tussen de bramen,
zó is míjn Liefde onder de dochters van TSION!” ~~~
Ze hàd haar kransje van rozen klaar & zònder énige waarschuwing plaatste ze ‘t
òp Yesjoea’s hoofd ~~~
‘t Was TÉ klein & viel ‘r bijna àf.
Ze giechelde & zoals zo vaak bij oude menschen,
klonk ze door haar gegiechel weer als ‘n kind.
‘O, wàt staat ‘t je móói.
Nèt ‘n króón.’

knipoog
11 jul 2020 - bewerkt op 16 jul 2020 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Asih
Asih, man, 79 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende